Een Stekker van de Action voorzien van ESP-EASY

Bij de Action, een keten van winkels die vooral uitblinken in de verkoop van goedkope Chinese dingetjes, verkopen ze sinds een tijdje allerlei spullen die het kenmerk ‘Smart’ hebben.

Deze spullen zijn goedkoop en handig, maar ze hebben één groot nadeel: ze ’telefoneren’ allemaal naar China, via het Tuya-platform, om aan te geven dat jij het licht aandoet of je stekker inschakelt. En aangezien ik daar niet van houd en ik bovendien mijn domotica liever zelf beheer, besloot ik te proberen of ik zo’n goedkope stekker van ESP-Easy kon voorzien.

Mensen die mijn eerdere blogs hebben gelezen weten dat ik graag werk met een ESP8266 en dat ik die sensors koppel aan Domoticz. Het is overigens ook een hele kleine moeite om die sensors te koppelen aan Home Assistant, een ander domotica-platform, dat ook heel veel wordt gebruikt.

Nou wil het dat de genoemde stekkers een versie van de ESP8266 bevatten, die met wat goede wil te programmeren is door er een paar draadjes aan te solderen. Ik ga laten zien hoe dat moet, maar je dient dus te beschikken over een soldeerbout met een fijne punt en niet bang te zijn voor wat simpel soldeerwerk. En, o ja, een vaste hand is ook wel makkelijk. Daarnaast hebben we iets nodig om de ESP mee te programmeren, zoals deze.

Openmaken van de stekker

De stekker gaat wat moeilijk open. Maak de 2 schroefjes aan de achterzijde los en steek een schroevendraaier tussen de twee stekkerdelen. Wip hiermee de twee delen los van elkaar.

De ESP8266 is het lichtgroene vierkantje dat recht op de hoofdprint staat. De te solderen contactpunten bevinden zich onder de hoofdprint. De ruimte daar is erg krap, dus het is verstandig om hier voorzichtig een schroevendraaier of iets dergelijks tussen te zetten. De puntjes die we moeten solderen zijn op de print gemarkeerd als 3V3, GND, RX en TX.

Solderen van de stekker

De foto hierboven is nogal onduidelijk helaas, maar daarop zie je het stukje van de ESP8266 dat onder de hoofdprint uitkomt.
Soldeer nu 4 draadjes op de genoemde punten. Als je dit voorzichtig doet, dan is het met een fijne soldeerbout best te doen.

Draden programmeermodus

Als de draadjes zitten is het ergste voorbij. Er moet nu nog een draad worden gesoldeerd tussen twee punten op het bovenste gedeelte van de print, om de ESP8266 straks in programmeermodus te zetten. Soldeer daartoe een draad tussen GND aan de rechterkant en IO0 links van het midden.

Programmeren van de stekker

Het is nu tijd om de ESP-programmer aan te sluiten. Hier zijn diverse oplossingen voor, ik prefereer een eenvoudige CH340G Serial converter, die een USB poort omzet naar een 6pins TTL verbinding. In Nederland bijvoorbeeld snel hier te bestellen, of bij AliExpress voor heel weinig.
BELANGRIJK: de ESP8266 heeft 3,3 volt nodig. Zorg ervoor dat de programmer op het juiste voltage staat. De meeste zijn om te schakelen tussen 3,3 volt en 5 volt.

Sluit de 3V3 van de ESP aan op VCC van de programmer, GND aan GND, de RX van de ESP aan de TXD van de programmer en de TX van de ESP aan de RXD van de programmer. Sluit de programmer nu aan op je computer.

In een van mijn eerdere blogs staat beschreven waar je de ESP Easy software kunt vinden en hoe je die moet programmeren.
BELANGRIJK: Wanneer het flashen is gelukt, haal je de ESP8266 los van de programmer en verwijder je de extra draad tussen IO0 en GND. Doe dit direct na het flashen, voordat je de ESP gaat proberen!

Om er nu zeker van te zijn dat alles is gelukt sluit je de ESP weer aan via de programmer op de computer. Omdat de draad is losgesoldeerd dient deze verbinding nu alleen nog om de ESP van stroom te voorzien. Ga nu verder met hetgeen in de andere blog staat beschreven en koppel de ESP aan je Wifi-netwerk.

Is alles goed verlopen dan kan je nu de stekker losmaken van de programmer, de draadjes desolderen en de stekker weer in elkaar zetten. Als je hem daarna in het stopcontact steekt, dan moet ESP Easy weer te vinden zijn.

Bedienen van de stekker

Koppel ESP Easy aan Domoticz, zoals eerder beschreven aan het begin deze blog onder het kopje ‘koppelen aan Domoticz’. Maak ook in Domoticz dummy hardware aan zoals daar wordt beschreven.
Stel nu in de stekker 2 schakelaars in in het onderdeel Devices:

Vink daarna Rules aan onder Tools / Advanced:

En voer dan bij Rules de volgende regels in en druk op Save:

on Knop#State do
  if [Knop#State] = 1
    gpio,12,1
    gpio,4,0
  else
    gpio,12,0
    gpio,4,1
endon
on Relais#State do
  if [Relais#State] = 1
    gpio,4,0
  else
    gpio,4,1
endon

Zoek de schakelaar nu op in Domoticz en kies ‘aanpassen’. Onderstaand scherm verschijnt:

Wat we nu moeten toevoegen zijn de commando’s die Domoticz moet versturen naar de stekker via de wifi. Je hebt hiervoor het wifi-adres nodig dat wordt gebruikt door de stekker. In mijn geval is dat 10.10.10.180. Stel dan in bij Aan actie

http://10.10.10.180/control?cmd=GPIO,12,1

en bij Uit actie

http://10.10.10.180/control?cmd=GPIO,12,0

en sla dit op met de knop Opslaan.

Wanneer je nu in Domoticz de schakelaar bedient zal deze ook in het echt worden bediend. Andersom zal de status van de schakelaar in Domoticz worden weergegeven wanneer je hem met de hand bedient.

Domotica – 5. Een ANDER gratis weerkanaal in Domoticz

In het recente verleden heb ik een artikel geschreven over het aanmaken van een gratis weerkanaal in Domoticz, met behulp van de Weather Undergroud service. Helaas is deze service gestopt met het verstrekken van gratis accounts, dus deze manier werkt niet meer. Maar er is gelukkig een alternatief, namelijk OpenWeatherMap!

Hoe gaan we te werk

Het is mogelijk om in Domoticz naast ‘echte’ sensors ook virtuele sensors te gebruiken. Van die eigenschap gaan we hier gebruik maken.

Een API-key aanvragen bij Open Weather

We beginnen met het aanvragen van een API-key bij OpenWeatherMap. Zo’n API-key is een identificatie waardoor zij weten wie er data bij hen opvraagt. Ga naar de website openweathermap.org.Kies nu voor de optie Sign Up.

Maak een nieuwe account aan en vrijwel onmiddellijk zal in je mailbox een bericht van OpenWeatherMap ontvangen:

In het midden bevindt zich de API-key. Je hebt alleen het gedeelte ná APPID= nodig.

Bepalen plaatsnaam

Naast de API-key hebben we ook nog een plaatsnaam nodig. Ga daarvoor op de website van OpenWeatherMap naar het kopje Weather in your city:

Voer daar de plaatsnaam in die je zoekt en druk op Enter. Als er meerdere keuze zijn, dan worden die nu getoond. Zo wist ik niet dat er naast ons Rotterdam nog twee van die plaatsen in de wereld waren:

Wij zoeken natuurlijk Rotterdam,NL.

Virtuele hardware in Domoticz

Kies in het SetUp-menu van Domoticz voor Hardware.

We voegen nu onderaan het scherm nieuwe hardware toe. Kies een naam voor je weerkanaal en kies bij Type voor Open Weather Map.
Laat Data Timeout op Disabled staan.

Voeg daarna bij API Key alleen het gedeelte achter APPID= in wat je uit de E-mail van OpenWeatherMap hebt gehaald.

Voeg tenslotte de plaatsnaam en het land in zoals ze op de website van OpenWeatherMap worden getoond.

Druk tenslotte op Add en het nieuwe virtuele weerstation is aangemaakt.

Werkt het?

Om te controleren of het werkt gaan we nu naar de logging in Domoticz in menu Setup.Als alles goed is gegaan zie je hier eerst de melding dat het nieuwe weerkanaal is gestart en dat er gegevens zijn opgehaald. Staat er een rode melding dat het weerkanaal niet is gestart, dan heb je iets verkeerd gedaan. Verwijder het virtuele weerstation dan bij de hardware en doet het stap voor stap opnieuw.

Sensors

Je hebt er nu een aantal nieuwe virtuele sensors bij. Deze ‘meten’ elke 10 minuten nieuwe waarden. Je vindt die sensors onder Devices in het Setup-menu van Domoticz:

Je kunt nu de sensors voor temperatuur, vochtigheidsgraad, luchtdruk, wind, zicht en bewolkingspercentage toevoegen aan Domoticz door op het groene pijltje ernaast te drukken.

Ze zijn daarna te vinden onder de hoofdmenu’s van Domoticz:

Tenslotte

Met behulp van OpenWeatherMap heb je nu een handig virtueel weerstation van je woonplaats, waarvan je nu automatisch alle gegevens gaat verzamelen. Het is niet zo mooi als dat van WeatherUnderground, waarbij je ook nog eens kon kiezen voor een bepaald weerstation vlak bij je in de buurt, maar het is toch een leuke en handige uitbreiding van je Domotica, zonder dat je zelf sensors hoeft te kopen.

De Orange Pi Zero – koeling

In een vorige blog heb ik verteld over het ietwat vreemde, maar spotgoedkope broertje van de Raspberry Pi, namelijk de Orange Pi Zero. En hoe deze te installeren.

De Orange Pi Zero heeft één groot nadeel: hij wordt erg snel warm. Zelfs zo warm, dat dat de performance van deze kleine jongen behoorlijk kan beïnvloeden.

Tijd voor een echte hack!

Ik had nog een kleine ventilator liggen, die op 5 volt draait en het leek me een goed idee die in te bouwen in de orange pi en hem op 3,3 volt te laten draaien. Dat zorgt voor voldoende koeling en door de lagere spanning maakt hij ook nog eens vrijwel geen lawaai.
Er was echter geen ruimte in het kastje en dus besloot ik de ventilator ‘op’ het kastje te bouwen.
Allereerst teken je op een strategische plaats de omvang van de ventilator af. Houd er daarbij rekening mee dat de bevestigingsboutjes door de behuizing naar binnen steken.Het beste kan je die plaats bepalen wanneer de printjes er nog in zitten.
Vervolgens heb ik een rond gat en gaatjes voor de schroeven gemaakt in de behuizing met een Dremel.Behalve de schroefgaten is ook een gat nodig voor de aansluiting van de ventilator in de Orange Pi.Schroef nu de ventilator op de behuizing, waarbij de koppen van de boutjes in de behuizing zitten. Dat neemt het minste plaats in. Voer de aansluiting van de ventilator door het extra sleufje naar binnen.
Het printje met de extra aansluitingen kan nu weer worden teruggezet in de behuizing.Nu moet er een aansluiting worden gemaakt op het bord van de Orange Pi. Er moet daarom worden gesoldeerd. Er kan een complete dubbele rij van 26 aansluitingen worden aangebracht, maar aangezien we er maar 2 nodig hebben kunnen we ook volstaan met een deel daarvan.Zie hier de aansluitingen van de Orange Pi. We hebben een 3,3V aansluiting nodig en Ground. Helaas zitten die niet naast elkaar, maar zitten er 3 andere pins tussen.Ik had nog een header met 8 pins liggen en heb die er daarom opgesoldeerd, maar één van 5 had ook gekund.Sluit vervolgens de ventilator aan op de eerste (3.3V) en de vijfde (Ground) pin.
Start nu de Orange Pi. Wanneer de ventialator gaat draaien is de aansluiting gelukt. Het maakt niet zoveel uit of de ventilator lucht uit het kastje zuigt of deze eruit blaast.Plaats, wanneer alles werkt, de print weer terug in het kastje en doe de deksel erop. De Orange Pi Zero kan nu vol worden belast, maar zal niet meer echt heet worden.Mijn Orange Pi Zero kwam ook onder hele zware belasting niet meer boven de 56 graden, maar meestal was de temparatuur van zijn CPU nog veel lager.

De Orange Pi Zero – installatie

Iedereen die hobbymatig met computers bezig is kent natuurlijk de Raspberry Pi: een kleine, goedkope computer waar je hele leuke dingen mee kunt doen.

Het succes van de Raspberry Pi heeft andere fabrikanten geïnspireerd om ook dat soort computertjes te maken en één daarvan is de Orange Pi. Een niet bijster originele naam voor een computer die als voornaamste doel heeft het lijken op de Rasberry Pi tegen een lagere prijs. Persoonlijk vind ik die gewone Orange Pi eigenlijk niet zo interessant. Hij heeft echter een ander, spotgoedkoop broertje: de Orange Pi Zero. Deze kleine jongen kost minder dan een tientje in China en heeft heel wat in huis!

Dit printje van 46 x 48 millimeter heeft een Quadcore processor van Allwinner, 512 MB geheugen, een 100Mbit Ethernetpoort mét POE (! Power on Ethernet), een volwassen USB 2.0 poort, wifi, een 13 pins functie-interface, een 26 pins uitbreidingspoort, TVOUT, microfoonaansluiting, Infrarood-receiver, kaartlezer voor micro-SD kaarten en een Wifi-antenne.

Voor bijna niets krijg je er het Zero interface board bij met 2 extra USB 2.0 poorten, een infrarood ontvanger, microfoon, audio output en video output, dat je zo op de functie interface kunt prikken. Plus een grappig kastje om ze in te zetten!

Bestellen

Omdat ik eerst wat leeswerk had gedaan over dit grappige dingetje, was me al snel duidelijk dat hij nogal kritisch is met betrekking tot de voeding én dat hij snel warm wordt. En je hebt natuurlijk een Micro-SD kaartje nodig van minstens 8 GB.

Uiteindelijk kwam ik tot dit boodschappenlijstje bij Ali-Express:

Totale kosten ongeveer 25 Euro plus zo’n 5 Euro verzendkosten.

Bouwen

Na een week of twee arriveert het geheel uit China. De pi zit zelfs in twee leuke doosjes!In die doosjes de Orange Pi zelf en het uitbreidingsbordje:Het eerste dat we gaan doen is het aanbrengen van het aluminium koelblokje op de processor van de Orange Pi.Als je de  Pi neerlegt met de gesoldeerde pinnen aan de bovenkant, dan is de processor het grootste zwarte blokje linksboven. Plak hierop één van de aluminum koelblokjes.Daarna wordt eerst het uitbreidingsbordje in het kastje gezet en met twee van de meegeleverde schroefjes vastgezet. Dan wordt de Orange Pi er zó opgeplaatst dat de pennen in de connector van het andere bordje drukken. De diverse poorten moeten natuurlijk netjes voor de aanwezige gaten zitten. De schroefgaten in de bordjes klikken netjes over de plastic houders. Daarna wordt de achterkant er overheen gelegd en vastgeschroefd.

Ik heb zelf overigens de antenne verwijderd, omdat ik toch geen gebruik ga maken van de Wifi. Wil je dat wel, dan moet je de antenne eerst voorzichtig losmaken van het bordje (heen en weer draaien), dan door één van de koelopeningen naar binnen wurmen en weer vastzetten.

Software

Als software gaan we Armbian gebruiken. Dit is eigenlijk de enige goede keus voor de Orange Pi. Armbian is er in de smaken Debian en Ubuntu. Download het hier. Ik heb zelf gekozen voor Ubuntu, omdat ik daar het meest vertrouwd mee ben.

Pak na het downloaden het zip-bestand uit in een tijdelijke directory en download Etcher. Dit programma (voor Windows, Mac en Linux) zet de gedownloade Armbian software op je micro SD-kaartje.

Installeer Etcher en plaats de micro-SD kaart met een adapter in je pc. Start Etcher en kies de Armbian Image. Etcher vindt zelf over het algemeen de juiste drive waarin de micro-SD kaart zit. Druk op Flash en Armbian wordt naar je kaartje geschreven.

Starten met de Orange Pi

We hebben nu een blokje van ongeveer 5 x 5 x 3,5 centimeter, waarin we de micro SD-kaart met de software plaatsen, waarop we de voeding aansluiten en waaraan we de LAN-kabel koppelen.De Orange Pi start nu op en krijgt een IP-adres toegewezen van de DHCP-server in je netwerk. We moeten nu alleen nog even uitvinden welk adres dat is. Dat kan je bijvoorbeeld vinden in de router van je netwerk. Het apparaatje heeft de illustere naam “orangepizero”. Er zijn ook apps voor je telefoon ( zoals Fing voor Android) of hulpprogramma’s voor Linux of Windows waarmee je het apparaat terug kunt vinden.

Verbinding maken en inloggen

Nadat het IP-adres is achterhaald wordt verbinding gemaakt met de Orange Pi met behulp van ssh. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van het programma Putty (voor Windows en Linux). Een uitgebreide handleiding voor het gebruik onder Windows vind je hier.

Wanneer de verbinding voor de eerste keer tot stand in gekomen kan je inloggen als  “root” met het password “1234”.
Direct nadat je bent ingelogd ben je verplicht het root password te wijzigen.
En na het wijzigen van het root-password ben je verplicht een nieuwe account aan te maken. Ik heb daar zoals altijd voor “ronald” gekozen. Je geeft 2x je wachtwoord op en nog wat andere (niet verplichte) informatie en je bent klaar.

Het handigst is het om nu uit te loggen en opnieuw in te loggen met je nieuwe account. In Putty voer je daartoe het commando logoff in.
Start de Putty-sessie opnieuw en log in.

De Orange Pi geeft direct na het inloggen kort een aantal wetenswaardigheden over het systeem weer.

Tot zover deze keer. De volgende keer ga ik in op de warmteproblemen van de Orange Pi en wat ik daaraan heb gedaan.

Sensoren via Wifi koppelen aan Domoticz – Deel 3

Na de vorige blog uit deze reeks is het hopelijk gelukt om een ESP8266 aan te praat te krijgen via wifi. Mijn ervaring is dat het grote voldoening geeft als het ‘eindelijk’ is gelukt. Toen ik zelf mijn eerste ESP8266 in mijn netwerk zag verschijnen was dat echt even een *YES* momentje…

In deze blog gaan we de ESP8266, die ik voor het gemak weer D1 zal noemen, koppelen aan Domoticz en we gaan er een temperatuursensor aan hangen.

Koppelen aan Domoticz

Nadat de D1 draait in het wifi netwerk is het tijd om hem te gaan koppelen aan Domoticz. Je dient daarvoor te weten op welk IP-adres Domoticz draait en op welke poort. Dat is heel gemakkelijk af te leiden uit het adres dat je opgeeft bij het starten van Domoticz.
Ik geef op http://192.168.178.5:8085, waarmee direct duidelijk is dat het adres 192.168.178.5 moet zijn en de poort 8085. Geef je geen poort op, dan is het 8080.
Druk op het tabblad Controllers in de web-interface van de D1.
Kies bij Protocol voor Domoticz HTTP. Vul daarna je IP-adres en poort in, kruis Enabled aan en druk op Submit.Je hebt nu de D1 aan Domoticz gekoppeld.
Alleen weet Domoticz dat zelf nog niet. Ga daarom naar de web-interface van Domoticz en kies rechtsboven in het menu Setup voor Hardware. Voeg nu hardware toe van het type Dummy en geef het een logische naam. Ik gebruik daarvoor altijd dezelfde naam als die ik de D1 heb gegeven:Vergeet niet Enabled aan te kruisen en voeg de hardware toe met de knop Add.
Het enige wat we nu nog moeten doen is het creëren van een virtuele sensor, maar dat komt zo.

Een temperatuur sensor

Eén van de makkelijkste sensoren  die je op deze manier kunt koppelen is een temperatuursensor. Er zijn een aantal verschillende typen in omloop die naast temperatuur vaak ook nog luchtdruk of luchtvochtigheid meten.

Een handige sensor is de DHT22. Deze meet temperatuur en luchtvochtigheid en is voor rond de 2 Euro te koop bij aliexpress.com.

Behalve de sensor hebben we nog een weerstand van 4,7 K Ohm nodig en 3 draden om de sensor met de D1 te verbinden.
Het schema dat aangeeft hoe te verbinden ziet er als volgt uit:

Een virtuele sensor in Domoticz

Om Domoticz daadwerkelijk aan deze sensor te koppelen moeten we een (virtuele) sensor toevoegen aan de hierboven gemaakte hardware. Druk daartoe op de knop Create Virtual Sensors achter de D1 in de hardwarelijst van Domoticz:

Kies voor sensortype Temp+Hum en geef hem een logische naam.Het enige dat nu nog moet gebeuren is het opzoeken van het indexnummer van onze nieuwe virtuele sensor in Domoticz. Ga hiertoe in het menu Setup naar Devices. Ergens in die lijst (waarschijnlijk bijna bovenaan) bevindt zich onze nieuwe virtuele sensor. Schrijf het nummer op dat zich in de kolom Idx bevindt (hier dus 268):

Het activeren van de sensor

Ga nu in de webinterface van de D1 naar het tabblad Devices:Druk op de bovenste Edit knop om een nieuw Device toe te voegen:

Kies in de lijst van Devices voor Environment DHT11/12/22.
Daarna kunnen de gegevens worden ingevuld:Voer een naam in en zet een vinkje bij Enabled.
Onder Sensor moet de waarde van 1st GPIO corresponderen met de gekozen poort (D3, standaard). Bij DHT Type wordt gekozen voor een DHT 22.
Onder Data Acquisition wordt een vinkje gezet bij Send to Controller 1 en bij IDX wordt de eerder opgeschreven index uit Domoticz ingevuld (hier 268).
Tenslotte wordt bij Delay ingevuld om de hoeveel tijd een waarde naar Domoticz moet worden gestuurd. Ik kies bij temperatuur altijd voor 60 seconden.

Druk daarna op Submit. Als je nu opnieuw op de tab Devices klikt is je sensor toegevoegd. Na een tijdje zullen de waarden voor temperatuur en vochtigheid achteraan in de kolom verschijnen. Vernieuw hiervoor wel steeds de pagina in de webinterface! Gebeurt dat na enkele minuten nog niet, dan is de sensor waarschijnlijk verkeerd aangesloten.

Sensorwaarden in Domoticz

Als we nu naar Domoticz gaan en op de pagina Temperature kijken, dan is onze nieuwe sensor daar te zien, inclusief doorgegeven waarden:

Tot zover de serie blogs over het aansluiten van een sensor aan Domoticz via wifi.
Op dezelfde manier kunnen ook andere sensors worden toegevoegd. De D1 heeft nog veel meer poorten. Misschien schrijf ik daar nog wel eens over in een toekomstige blog.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Sensoren via Wifi koppelen aan Domoticz – Deel 2

In deel 1 van deze serie blogs ben ik ingegaan op de verschillende soorten en verschijningsvormen van de ESP8266, het IoT minibordje waarmee gemakkelijk sensors aan Domoticz kunnen worden gekoppeld.

Gereedmaken van de hardware

In deze blogs ga ik gebruikmaken van de Wemos D1 mini (hier kortweg D1 genoemd). Deze variant op de ESP8266 is klein en erg veelzijdig, zoals ik in deel 1 van deze blog heb besproken. Het enige nadeel: de pootjes moeten er nog aan worden gesoldeerd. Zie je daar tegenop, gebruik dan de ook besproken NodeMCU V3.

Solderen

Het gemakkelijkst soldeer je zo’n printje door gebruik te maken van een simpel breadboard zoals die overal te koop zijn, bijvoorbeeld bij AliExpress.com voor een Euro. Steek de pootjes in het breadboard:

Leg daarna de D1 erop:

En soldeer de pootjes vast met een soldeerbout met een kleine punt. Solderen door de bout tegen het pootje te houden en daarna pas de soldeer tegen de bout te duwen, zodat deze netjes als een ‘bergje’ op de verbinding vloeit. Het is makkelijker dan het lijkt.

Firmware

Om met de D1 te kunnen werken moet deze voorzien worden van firmware. Op het internet is een scala aan firmware te vinden voor de EPS8266, want deze is erg populair. Omdat deze blog bedoeld is voor beginners maak ik gebruik van ESPEasy, een heel eenvoudige firmware van Nederlandse herkomst met een duidelijke webinterface. Ondanks het gebruiksgemak is deze firmware toch heel veelzijdig.

ESPEasy flashen

De beschrijving hieronder is voor een computer die draait onder Windows. Onder Linux of MacOS kan gebruik worden gemaakt van ESPTool.py. De beschrijving hoe dat gaat vind je hier.

Het flashen

  • De software waarmee de D1 wordt geflasht wordt gedownload vanaf de site van ESP-Easy. Op het moment van schrijven is de versie 1.20 de standaard en is versie 2.0 nog in ontwikkeling. Mijn ervaring is dat je die laatste gerust kunt gebruiken. Download versie 2.0 hier en pak het zip-bestand uit in een directory naar keuze.
  • Koppel de D1 met een micro-USB kabel aan je computer.
    Neem hiervoor een kwalitatief goede kabel, om problemen tijdens het flashen te voorkomen.
  • In Windows 8 en hoger wordt de D1 normaal gesproken herkend en worden de drivers automatisch geladen. Is dat niet het geval, dan kan je hier de juiste USB-drivers dowloaden en dan installeren. Daarna zou het herkennen wel moeten lukken.
  • De D1 wordt aan de pc gekoppeld als com-poort. Kijk in Device Manager (Apparatenbeheer) van Windows welke COM poort in gebruik is genomen door de D1. Dit is meestal het hoogste nummer (in dit voorbeeld COM3). De aanduiding CH340 zal bij de gezochte poort staan.
  • Zoek in de directory waarin de ESPEasy software is uitgepakt naar FlashESP8266.exe en start dit programma.
    Kies bij COM-Port de opgezochte poort (zie boven) en kies bij Firmware voor de versie waarin ‘normal’ en ‘4096’ worden genoemd, voor de standaard versie van 4MB.
  • Start de flashtool met de knop ‘Flash’. Als alles goed is gegaan verschijnt er een commandovenster en wordt de ESP8266 geflasht.
  • Zodra het flashen is geëindigd, dan wordt dit door de software gemeld.
    Nu verbreek je de verbinding met de computer. Het beste kan je de D1 nu met de USB-kabel aan een eigen stroombron koppelen en niet meer aan de pc.

Wifi webserver

Wanneer het flashen is gelukt en de D1 weer stroom krijgt, dan gaat hij zich tijdelijk gedragen als webserver. Je kunt nu alleen met hem verbinden via Wifi. Zoek de beschikbare netwerken op met bijvoorbeeld een tablet:Zoek naar het netwerk ESP_Easy_0 en verbindt hiermee. Het password dat hierbij moet worden opgegeven is configesp. Na het verbinden komt de tablet waarschijnlijk uit zichzelf met een configuratiepagina. Zo niet, open dan een browser en vervolgens een willekeurige pagina. Je komt nu automatisch bij 192.168.4.1/setup:Kies nu je eigen wifi SSID, voer je password in en druk Connect. De D1 maakt contact met je wifi en krijgt van diens DHCP server een IP-adres. Dit duurt even en in die tijd loopt een tellertje terug op het scherm: Daarna wordt het toegekende IP-adres getoond en is de D1 geen webserver meer, maar maakt hij deel uit van je eigen wifi-netwerk:Door op de knop ‘Proceed to main config’ te drukken ga je naar de nieuwe hoofdpagina van de D1.

Mogelijke problemen

Mijn ervaring met de D1 is dat het flashen meestal goed gaat. De belangrijkste bron van eventuele problemen is de USB kabel. Deze moet echt van goede kwaliteit zijn. Een dun, halfzacht exemplaar voldoet niet.
Daarnaast wil het niet altijd gelijk lukken om – na het kiezen van je Wifi SSID – je nieuwe adres te krijgen. Geen paniek, vaak voldoet het om gewoon de pagina van de browser opnieuw te openen op de tablet. Ook het invoeren van het setupadres 192.168.4.1/setup wil wel helpen. Tenslotte kan je ook de stroomtoevoer tijdelijk onderbreken en daarna opnieuw naar de setup pagina gaan.
Wil het nu nog niet, dan is waarschijnlijk het flashen toch niet goed gegaan. Doe dit dan gewoon opnieuw, liefst met een andere goede USB-kabel.

Verbonden met het Wifi netwerk

Als alles goed is gegaan is de D1 nu verbonden met het Wifi netwerk. De beginpagina verschijnt:Standaard krijgt de D1 nu de naam ESP_Easy (zie bovenaan). Het IP-adres staat linksonder.
Zelf vind ik het prettiger dat de ESP8266’s die ik gebruik een vast IP-adres hebben. Dat adres stel ik in en laat ik terugkomen in de naam van het apparaat. Daartoe gaan we naar de pagina Config (tweede tab).Ik geef deze apparaatjes een adres in de range 201 tot 250. Dat laat ik terugkomen in de unit naam en het unit nummer. Ik stel dan bijvoorbeeld dit in:Apparaat 8 krijgt dus adres 208. Het beginscherm laat dan dit zien:De D1 is nu klaar voor gebruik!

In de volgende aflevering van deze blog ga ik een temperatuursensor aan de D1 koppelen en vervolgens de D1 aan Domoticz.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Sensoren via Wifi koppelen aan Domoticz – Deel 1

In het verleden heb ik al eens een blog gewijd aan het koppelen van sensoren aan Domoticz met behulp van een apparaatje dat radiosignalen opvangt en verstuurt, de RFXtrx433E. Op zich een prima systeem, maar het kan nog veel simpeler en het is leuk: met behulp van de ESP8266. Dit is een klein bordje met een Microcontroller, wat Flash geheugen en een Wifi chip aan boord. Dit bordje kan worden ingezet in het zogeheten Internet of Things (IoT).

In een aantal blogs wil ik laten zien hoe zo’n bordje wordt geflasht, geprogrammeerd, gekoppeld met sensors en natuurlijk gekoppeld aan Domoticz. Ik heb alle voorbeelden zelf uitgezocht en geprobeerd.

Maar nu eerst een introductie van de ESP8266.

De vele incarnaties van de ESP8266

Het is niet zodat we kunnen spreken van ‘de ESP8266’. Van dit bordje zijn talloze varianten gemaakt, met allemaal hun eigen voor- en nadelen. Ik ben niet van plan deze allemaal te gaan bespreken, maar het is wel interessant drie totaal verschillende versies te bekijken:

De ESP-01

ESP-01De ‘eenvoudigste’, goedkoopste versie is deze ESP-01. Hij meet zo’n 1,5 x 2,5 cm en heeft het minste aantal te programmeren poorten van de hele familie (maximaal 4), al is dat voor een paar sensors ruim voldoende. Hij is uitgerust met 1 MB flashgeheugen. Het flashen van deze versie kost wat meer moeite dan gemiddeld voor een beginner. Je hebt er een speciale programmeertool voor nodig, of een Arduino. Hij kost zo’n 1,40 bij een Chinese leverancier zoals AliExpress.com.

De Wemos D1 mini

Deze versie is iets groter dan de ESP-01, zo’n 3 x 2,5 cm groot en hij heeft 11 digitale I/O poorten en 4 MB flashgeheugen. Het flashen van deze versie van de ESP8266 is heel eenvoudig, dankzij een extra ingebouwde chip en een micro-USB voeding. Persoonlijk vind ik dit dé versie voor de beginner. Als die solderen kan tenminste. Want de D1 wordt geleverd met drie soorten pootjes, die je er natuurlijk wel eerst aan moet solderen! Dat solderen blijkt echter makkelijker dan het lijkt, als je een fatsoenlijk soldeerboutje hebt met een kleine punt en een paar simpele richtlijnen in acht neemt. Kost ongeveer 3,20 Euro bij AliExpress.com. Er zijn ook nog allerlei leuke uitbreidingen op te koop, maar daar heb ik het later misschien nog wel eens over.

De NodeMCU V3

De grootste, uitgebreidste en tevens makkelijkst te hanteren versie van de ESP8266 vind ik de NodeMCU V3. Dit bordje meet 6 x 3 cm. Hij heeft 15 digitale I/O poorten, heeft 4 MB flashgeheugen en is standaard te koop met reeds gesoldeerde pootjes. Dankzij een eigen voeding via micro USB en een ingebouwde chip is ook deze versie van de ESP8266 zeer eenvoudig te programmeren. Is goedkoper dan de D1 (ongeveer 2,40 bij AliExpress.com) en het meest geschikt van allemaal voor de beginnende gebruiker. Zijn enige minpunt is zijn grootte, maar ook dat valt eigenlijk nog best mee vergeleken met een ‘reus’ als de Raspberry Pi (die natuurlijk wel veel meer kan). Hij trekt ook iets meer stroom dan de anderen.

Wat hebben we nodig?

Om te starten met de ESP8266 hebben we in elk geval nodig:

  • Een (variant op de) ESP8266. Ik ga een voorbeeld beschrijven met de Wemos D1 mini, maar de NodeMCU V3 (of een andere ‘makkelijke’ ESP8266) kan ook worden gebruikt.
  • Een micro-USB kabel. Neem hiervoor een goed, stevig exemplaar
  • Flash software
  • Een USB naar COM driver voor de flash software
  • Een Wifi netwerk (logisch)
  • Een draadloos apparaat om (tijdelijk) mee in te loggen op de ESP8266, bijvoorbeeld een tablet.

In een volgende aflevering van deze blog ga ik de Wemos D1 mini in elkaar zetten en van software voorzien.

Save

Save

Save

Op zoek naar Italiaanse Progrock op vinyl

Vandaag, 21 november 2015, ben ik met de rest van ons gezin weer naar de Mega platen- en CD-beurs geweest. Deze beurs wordt twee keer per jaar gehouden in de Utrechtse Jaarbeurs en is een walhalla voor liefhebbers van vinyl. CD’s zijn er ook wel, zoals de naam van de beurs doet vermoeden, maar het is toch vooral vinyl wat de klok slaat. Voor diegenen die niet van platen houden is er tegelijkertijd de Verzamelaars Jaarbeurs. Dus ook voor liefhebbers van antiek, strips, speelgoed enz. is het een must.

Ik ga daar al jaren heen. Uitsluitend in november, want de beurs in het voorjaar valt altijd in een weekend waarin ik niet kan. Maar één keer per jaar maken we er met het hele gezin een uitje van, waar ik naar uitzie.

In voorgaande jaren heb ik geleerd hoe je moet zoeken naar bepaalde titels en waar je het beste terecht kunt. Dit jaar had ik me een speciaal doel gesteld: een aantal LP’s kopen van de, in Nederland, vrijwel onbekende Italiaanse progbands Osanna en Metamorfosi. Buiten Italië kom je daar niet makkelijk aan, tenzij je ze natuurlijk voor veel geld op Discogs gaat bestellen. Maar dat is niet de bedoeling. Ik hoop één of meer LP’s te scoren voor een redelijke prijs!

         

Hoe komt iemand er in godesnaam bij om Italiaanse Progrock te gaan kopen, hoor ik iemand denken. Toeval. Zuiver toeval. Zoals met veel muziek gaat het er om dat je weet wát je mooi vindt. En daar kom je achter doordat iemand je dat laat horen. Dat kan een vriend zijn, de radio of een muziekstreamer. In dit geval ben ik er tegenaan gelopen via het YouTube kanaal van Dereckvon. Dat is een Amerikaan die allerlei muziek bespreekt. En die besloot wat over Osanna te vertellen in deze aflevering. En toen ik dat gehoord had besloot ik muziek van die jongens te gaan beluisteren. Via hen kwam ik weer per toeval bij hun landgenoten van Metamorfosi.

Afijn, de beurs dus. Veel, heel erg veel vinyl in een enorme hal. Hoe vind je wat je zoekt? Dat viel dus niet direct mee. De meeste handelaren die ik er naar vroeg hadden er nog nooit van gehoord. Ik ben uiteindelijk gericht op zoek gegaan naar Italiaanse handelaren en zelfs die wisten niet altijd wat ik bedoelde. Uiteindelijk sprak ik een man die direct de LP Palepoli van Osanna uit een bak viste. Voor slechts 250 euro. *slik*. Dat was ruim, erg ruim, boven budget. En de plaat zag er ook nog eens niet uit.

Tien handelaren later was het nogmaals raak. Weer dezelfde Palepoli, deze keer zag hij er fraai uit. En was hij 230 Euro. *grmbl* Dat wordt dus niets. En andere platen van één van de twee groepen had ik dus al helemaal niet gezien.

         

Teleurgesteld droop ik af. Dan maar geen Italiaanse progrock. Het moet tenslotte wel redelijk blijven en ik had wel allerlei ander fraai vinyl gekocht. In het laatste pad op weg naar de uitgang stond nog een Italiaanse handelaar. Toen ik zag dat deze uitsluitend ‘re-issues’ had, nieuwe herpersingen, maakte mijn hart een sprongetje. Zou hij misschien….

De handelaar sprak slecht Engels en moest lachen om mijn uitspraak van de bandnamen. Even later had ik VIJF platen in mijn handen. Twee van Metamorfosi en drie van Osanna. Precies de vijf die ik wilde hebben. Op onberispelijk vinyl en samen voor 100 Euro. Missie geslaagd!!!

Domotica – 4. Een gratis weerkanaal in Domoticz

Dit bericht is niet relevant meer, daar Weather Underground is gestopt met het verstrekken van gratis API-keys. Maar er is nu een alternatief, in de vorm van OpenWeatherMap, waarvoor ik een nieuw artikel heb geschreven.

In eerdere blogs heb ik uitgelegd wat domotica is, hoe je het kunt aansluiten op de computer met de gratis software Domoticz voor Linux en Windows en hoe je sensors kunt gebruiken en ontvangers kunt programmeren.

Eén van de leuke, nieuwe dingen die ik onlangs heb gedaan met Domoticz is het toevoegen van een gratis weerkanaal. Omdat het best kostbaar is om allerlei weerapparatuur aan te schaffen en te onderhouden is zo’n weerkanaal een heel leuk alternatief.

Wat is een weerkanaal?

De wereld kent veel weer-enthousiasten en Nederland vormt daarop geen uitzondering. En veel van die mensen zijn weer georganiseerd in groepen op websites. Eén van de grootsten op dat gebied is het Amerikaanse Weather Underground. Hier zijn ook heel veel Nederlanders bij aangesloten. Zij hosten via de website van Weather Underground een weerkanaal en sturen daarom hun metingen naar die website. En gelukkig mogen wij buitenstaanders daar weer gebruik van maken. Dit gaat ook vrij gemakkelijk in Domoticz, maar eerst moeten we ons aanmelden op de website.

Een account aanmaken

Om gebruik te kunnen maken van de weergegevens die worden verzameld dienen we eerst een gratis account aan te maken bij Weather Underground.

  1. Ga naar de aanmeldpagina van de website van Weather Underground.
  2. Voer hier E-mail, password en Handle in. Dat laatste is eigenlijk gewoon een gebruikersnaam. Kruis NIET de optie Upgrade my membership for only $10 per year aan, dat is niet nodig. De tweede optie dient wel te worden aangekruist.
  3. Druk op de knop Become a Member. Na korte tijd verschijnt er een mail met een aanmeldlink, waarop je moet drukken.
  4. Je kunt un inloggen met de gegevens die je eerder hebt opgegeven op www.wunderground.com.
  5. Om nu gebruik te kunnen maken van de weerdata heb je nog een API-key nodig. Ga daartoe naar deze pagina waarop het prijsplan staat vermeld. Kies voor de optie die het meest rechts staat (Anvil plan), daaronder voor de optie History Add-On Yes en tenslotte bij How will you use our service voor Developer. De totale kosten zijn dan nog steeds 0 dollar. Vraag de Key aan met de knop Purchase Key.
  6. Vul tenslotte nog wat gegevens over het project in:
    Contact name: <naam>
    Project contact e-mail: <e-mailadres>
    Project name: Domoticz
    Project website: http://www.domoticz.com
    Where will the API be used: Website
    Will the API be used for commercial use: No
    Will the API be used for manufacturing mobile chip processing: No
    A brief description: <Schrijf iets over de toepassing>
  7. Vink beide vakjes aan en druk weer op Purchase Key. Je hebt nu een API-Key, die in Domoticz zal worden gebruikt.

Weerstation dat wordt gebruikt

Naast de API-Key hebben we ook nog de Weather Undergroud code nodig van het weerstation dat we willen gebruiken. Veelal zal dat een weerstation zijn dat dicht in de buurt zit.

Weather Underground website

Ga naar de hoofdpagina van Weather Underground en vul in het invoerveld links, met de tekst Find Your Hyper Local Weather, een plaatsnaam in.

Je krijgt nu een kaart te zien, met daarop een aantal mogelijke weerstations. Klik op de kaart op een ballonnetje, waarna diens gegevens in het kadertje rechts verschijnen. Druk dan op Full Forecast om naar de pagina van dat weerstation te gaan.

Druk tenslotte op de straataanduiding van het weerstation (in dit voorbeeld is dat Rochussenstraat). Naast de naam van de straat wordt dan de locatiecode van het station vermeld (hier dus IROTTERD37):

Schrijf ook die locatiecode op. Nu kunnen we de weergegevens van dat weerkanaal in Domoticz weergeven. En als het weerstation een beetje in de buurt van je eigen huis is lift je dus gratis mee op de apparatuur van iemand anders, zonder dat hij of zij daar last van heeft.

Instellen in Domoticz

Kies in het menu Setup van Domoticz de knop Hardware. In het onderste deel van het scherm voer je nieuwe ‘hardware’ in (in dit geval is die virtueel dus).

Voer een naam voor het weerkanaal in en kies bij Type voor Weather Underground. Laat Data Timeout op Disabled staan en voer de API Key en de Location die je eerder hebt verkregen in.
Maar pas op: de Location moet vooraf worden gegaan door “pws:”. Dus in ons voorbeeld voer je daar pws:IROTTERD89 in.
Druk vervolgens op Add en je weerkanaal is toegevoegd aan je ‘hardware’!

De gegevens bekijken

Vanaf nu worden de weergegevens net als je andere data opgeslagen in de database van Domoticz. Onder Setup en dan Devices vind je de sensors van het weerkanaal terug. Deze kan je op de bekende wijze ‘aanzetten’: druk op de groene pijltjes en geef ze een naam.

Onder de menu items Temperature en Weather vind je de geactiveerde sensors terug.

Windows 10 installeren en terug naar Windows 8.1

Naast Linux gebruik ik ook Windows. Dat is niet zo vreemd als het klinkt, als je bedenkt dat ik veel thuis werk en dat het bedrijf waar ik werk Windows software maakt. Bovendien heb ik geen hekel aan Windows, het is gewoon een ander platform.
Ik draaide ‘gewoon’ Windows 8.1 en was al enige tijd geïnteresseerd in Windows 10. Er werd veel over geblogd en nog meer over getwitterd, dus dan wordt een mens nieuwsgierig.

Installeren van Windows 10

Ik was al snel aan de beurt voor een upgrade en na het maken van een backup (ja, dat is echt verstandig!) heb ik de sprong gewaagd. Er werden bestanden ter grootte van 3 GB gedownload en de installatie begon.

In eerste instantie leek alles goed te gaan. De installatie had meer weg van een servicepack dan van een ‘gewone’ Windows installatie. Helaas verzandde de installatie in een soort oneindige loop, tot ik na enkele uren wachten in arren moede toch mijn pc maar opnieuw opstartte. Uiteindelijk kreeg ik de mededeling dat hij de systeempartitie niet kon upgraden (“We couldn’t upgrade the system reserved partition”) en werd mijn Windows 8.1 weer gewoon opgestart…

Gelukkig is daar altijd nog het internet!

Dankzij het internet en de onvolprezen zoekmachine DuckDuckGo had ik de oplossing al snel gevonden. Hij wordt uitgelegd op deze reddit pagina. Het komt er op neer dat de systeempartitie die door Windows wordt gebruikt als vuilnisbak te vol was. Handig systeem eigenlijk…. #not.

Afijn, daarna ging de installatie van een leien dakje. Binnen een kwartier had ik Windows 10 draaien!

En beviel het?

Een nieuwe versie van het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld is altijd spannend. Er waren een aantal vernieuwingen die mij zeer bevielen, zoals:

  • Het nieuwe startscherm (best of both worlds zeg maar)
  • Meerdere desktops (waar kennen we dat ook alweer van?)
  • Het notificatiescherm
  • Vensters en pictogrammen, de look and feel zeg maar.

Maar er waren ook een aantal zaken die me zeer tegenvielen, zoals:

  • De snelheid. Windows 8.1 is op mijn recente pc, uitgerust met een hele goede SSD, gewoonweg veel sneller.
  • De stabiliteit. Windows 10 is op dit moment nog niet af, het voelt als een beta.
  • Het zoeken. Waarom weet ik niet, maar zoeken gaat in Windows 10 niet half zo goed als in Windows 8. Ik miste het snelle zoeken op het startscherm van Windows 8 heel erg.
  • De privacy issues. Standaard stuurt Windows 10 van alles naar de Amerikaanse servers van Microsoft. Een flink deel daarvan kan je uitzetten, maar niet alles. Een goed verhaal hierover vind je in de blog van Harld Roling.

Sommige dingen zouden best goed kunnen zijn, maar die heb ik niet kunnen of willen gebruiken, zoals:

  • De nieuwe browser Edge. Ik blijf Firefox trouw. Beter voor de privacy ook (tip: installeer Privacy Badger in Firefox!).
  • Continuum. Ik heb Windows 10 alleen kunnen testen op een ‘gewone’ pc. Het klinkt heel handig.
  • WiFi Sense. Ik heb geen Wifi gebruikt met Windows 10. Het lijkt me echter een privacygevoelig iets.
  • Xbox apps. Geen Xbox hier in huis en ik ben geen spelletjesmens.

Gebruikservaringen

Ik heb hierboven al een aantal van mijn ervaringen opgesomd. Ik heb een kleine 3 weken gedraaid met Windows 10 en de ervaringen zijn gemengd. Desktop, vormgeving en werkwijze bevielen me gelijk. Ook werkten eigenlijk alle programma’s die ik heb getest zonder problemen. Ik heb ook geen exotische hardware of stokoude programma’s, dus dat had ik min of meer wel verwacht, maar het is toch een goed teken.

Wat me al snel ging irriteren en er voor gezorgd heeft dat ik terug ben gegaan naar Windows 8 is de snelheid. ALLE programma’s starten langzamer op, ik had af en toe een zandloper in beeld en het opstarten en afsluiten duurt ook behoorlijk langer. Dat en het irritante zoeken (of meer: niet zoeken) van Windows 10 bracht mij er toe terug te gaan naar Windows 8.1. Je moet dat binnen een maand na installatie doen, anders kan het niet meer.

Terug naar Windows 8.1

Nooit gedacht, maar ik ging dus terug naar Windows 8.1. Als de berichten gunstig zijn ga ik vast nog wel eens opnieuw naar Windows 10 (op den duur moet je wel), maar voor nu ging ik dus terug.

Hoe moet dat eigenlijk, terug gaan? Zolang je Windows 10 korter dan een maand op je pc hebt kan je altijd terug. Ook nu is het verstandig eerst een backup te maken ( ja ja, doe het nou maar) en dan doe je dit:

  • Ga naar ‘Instellingen’
  • Ga naar ‘Bijwerken en beveiligen’
  • Ga naar ‘Systeemherstel’
  • Kies voor ‘Terug naar Windows 8.1’

eigenlijk is dat alles. En het gaat (in mijn geval) echt heel snel!

Windows maakt hierbij gebruik van de directory c:\windows.old. Die moet je natuurlijk nog wel hebben! Heb je die in een vlaag van opruimwoede verwijderd, dan zit je vast aan Windows 10 (of je moet een backup hebben gemaakt 🙂 ).

Problemen na terugkeer in Windows 8.1

De terugkeer naar Windows 8.1 ging dus eigenlijk heel gemakkelijk en snel, maar er waren daarna toch nog een paar problemen. Alle desktop applicaties werken zoals vanouds. Wel heb ik (logischerwijs) een paar dingen opnieuw moeten installeren die ik onder Windows 10 had geïnstalleerd, want die kende Windows 8.1 nog niet. Maar dan:

Windows 8 (Modern) apps die een keer zijn geopend onder Windows 10 werken niet meer. Waarschijnlijk wordt er het een en ander aan veranderd wanneer ze worden geopend. Zo werkte de Twitter app bijvoorbeeld niet meer, of de Mail app. Ik heb de apps verwijderd, de pc opnieuw gestart en opnieuw geïnstalleerd. Dit hielp bij de Mail app, maar ik kan de Twitter-app en die van Wunderlist niet meer gebruiken. Niet onoverkomelijk, maar toch jammer.

Grote problemen met OneDrive

De grootste problemen heb ik echter gehad met OneDrive. Op mijn pc staat de OneDrive folder niet op zijn standaardplaats, maar op een aparte schijf G:. Toen ik weer een tijdje met Windows 8.1 werkte, merkte ik dat ik bepaalde gedeelde bestanden niet meer kon benaderen. De hele schijf G: (waarop de folder \onedrive staat) werd op den duur extreem traag en onbenaderbaar. Ik dacht in eerste instantie dat de schijf defect was, maar nadat ik hem van buitenaf had gekoppeld via USB bleek hij gewoon weer te gebruiken en alles stond er nog op….

Afijn, dit probleem heb ik opgelost door OneDrive naar een andere schijf te laten wijzen en opnieuw te laten synchroniseren. Alles werkt nu weer naar behoren en de G: schijf is weer teruggeplaatst in de pc.

Zoals gezegd, ik ga zeker weer een keer terug naar Windows 10. Maar het lijkt me gewoon beter om daarmee te wachten tot alles beter uitgekristalliseerd is en stabieler werkt.

Helemaal schoon installeren

Wellicht dat ik in de nabije toekomst nog een keer opnieuw Windows 10 ga installeren, maar dan helemaal schoon. Zodra je een keer een update hebt aangebracht (zoals ik dat heb gedaan), dan kan je zonder serienummer op diezelfde pc ook een schone versie installeren. Waarschijnlijk komt daar een checksum uit, die Microsoft dan weer vergelijkt met de checksum die ze eerder hebben opgeslagen op hun servers. En ja, ook dat is dus weer een privacy issue 😉