De Orange Pi Zero – koeling

In een vorige blog heb ik verteld over het ietwat vreemde, maar spotgoedkope broertje van de Raspberry Pi, namelijk de Orange Pi Zero. En hoe deze te installeren.

De Orange Pi Zero heeft één groot nadeel: hij wordt erg snel warm. Zelfs zo warm, dat dat de performance van deze kleine jongen behoorlijk kan beïnvloeden.

Tijd voor een echte hack!

Ik had nog een kleine ventilator liggen, die op 5 volt draait en het leek me een goed idee die in te bouwen in de orange pi en hem op 3,3 volt te laten draaien. Dat zorgt voor voldoende koeling en door de lagere spanning maakt hij ook nog eens vrijwel geen lawaai.
Er was echter geen ruimte in het kastje en dus besloot ik de ventilator ‘op’ het kastje te bouwen.
Allereerst teken je op een strategische plaats de omvang van de ventilator af. Houd er daarbij rekening mee dat de bevestigingsboutjes door de behuizing naar binnen steken.Het beste kan je die plaats bepalen wanneer de printjes er nog in zitten.
Vervolgens heb ik een rond gat en gaatjes voor de schroeven gemaakt in de behuizing met een Dremel.Behalve de schroefgaten is ook een gat nodig voor de aansluiting van de ventilator in de Orange Pi.Schroef nu de ventilator op de behuizing, waarbij de koppen van de boutjes in de behuizing zitten. Dat neemt het minste plaats in. Voer de aansluiting van de ventilator door het extra sleufje naar binnen.
Het printje met de extra aansluitingen kan nu weer worden teruggezet in de behuizing.Nu moet er een aansluiting worden gemaakt op het bord van de Orange Pi. Er moet daarom worden gesoldeerd. Er kan een complete dubbele rij van 26 aansluitingen worden aangebracht, maar aangezien we er maar 2 nodig hebben kunnen we ook volstaan met een deel daarvan.Zie hier de aansluitingen van de Orange Pi. We hebben een 3,3V aansluiting nodig en Ground. Helaas zitten die niet naast elkaar, maar zitten er 3 andere pins tussen.Ik had nog een header met 8 pins liggen en heb die er daarom opgesoldeerd, maar één van 5 had ook gekund.Sluit vervolgens de ventilator aan op de eerste (3.3V) en de vijfde (Ground) pin.
Start nu de Orange Pi. Wanneer de ventialator gaat draaien is de aansluiting gelukt. Het maakt niet zoveel uit of de ventilator lucht uit het kastje zuigt of deze eruit blaast.Plaats, wanneer alles werkt, de print weer terug in het kastje en doe de deksel erop. De Orange Pi Zero kan nu vol worden belast, maar zal niet meer echt heet worden.Mijn Orange Pi Zero kwam ook onder hele zware belasting niet meer boven de 56 graden, maar meestal was de temparatuur van zijn CPU nog veel lager.

De Orange Pi Zero – installatie

Iedereen die hobbymatig met computers bezig is kent natuurlijk de Raspberry Pi: een kleine, goedkope computer waar je hele leuke dingen mee kunt doen.

Het succes van de Raspberry Pi heeft andere fabrikanten geïnspireerd om ook dat soort computertjes te maken en één daarvan is de Orange Pi. Een niet bijster originele naam voor een computer die als voornaamste doel heeft het lijken op de Rasberry Pi tegen een lagere prijs. Persoonlijk vind ik die gewone Orange Pi eigenlijk niet zo interessant. Hij heeft echter een ander, spotgoedkoop broertje: de Orange Pi Zero. Deze kleine jongen kost minder dan een tientje in China en heeft heel wat in huis!

Dit printje van 46 x 48 millimeter heeft een Quadcore processor van Allwinner, 512 MB geheugen, een 100Mbit Ethernetpoort mét POE (! Power on Ethernet), een volwassen USB 2.0 poort, wifi, een 13 pins functie-interface, een 26 pins uitbreidingspoort, TVOUT, microfoonaansluiting, Infrarood-receiver, kaartlezer voor micro-SD kaarten en een Wifi-antenne.

Voor bijna niets krijg je er het Zero interface board bij met 2 extra USB 2.0 poorten, een infrarood ontvanger, microfoon, audio output en video output, dat je zo op de functie interface kunt prikken. Plus een grappig kastje om ze in te zetten!

Bestellen

Omdat ik eerst wat leeswerk had gedaan over dit grappige dingetje, was me al snel duidelijk dat hij nogal kritisch is met betrekking tot de voeding én dat hij snel warm wordt. En je hebt natuurlijk een Micro-SD kaartje nodig van minstens 8 GB.

Uiteindelijk kwam ik tot dit boodschappenlijstje bij Ali-Express:

Totale kosten ongeveer 25 Euro plus zo’n 5 Euro verzendkosten.

Bouwen

Na een week of twee arriveert het geheel uit China. De pi zit zelfs in twee leuke doosjes!In die doosjes de Orange Pi zelf en het uitbreidingsbordje:Het eerste dat we gaan doen is het aanbrengen van het aluminium koelblokje op de processor van de Orange Pi.Als je de  Pi neerlegt met de gesoldeerde pinnen aan de bovenkant, dan is de processor het grootste zwarte blokje linksboven. Plak hierop één van de aluminum koelblokjes.Daarna wordt eerst het uitbreidingsbordje in het kastje gezet en met twee van de meegeleverde schroefjes vastgezet. Dan wordt de Orange Pi er zó opgeplaatst dat de pennen in de connector van het andere bordje drukken. De diverse poorten moeten natuurlijk netjes voor de aanwezige gaten zitten. De schroefgaten in de bordjes klikken netjes over de plastic houders. Daarna wordt de achterkant er overheen gelegd en vastgeschroefd.

Ik heb zelf overigens de antenne verwijderd, omdat ik toch geen gebruik ga maken van de Wifi. Wil je dat wel, dan moet je de antenne eerst voorzichtig losmaken van het bordje (heen en weer draaien), dan door één van de koelopeningen naar binnen wurmen en weer vastzetten.

Software

Als software gaan we Armbian gebruiken. Dit is eigenlijk de enige goede keus voor de Orange Pi. Armbian is er in de smaken Debian en Ubuntu. Download het hier. Ik heb zelf gekozen voor Ubuntu, omdat ik daar het meest vertrouwd mee ben.

Pak na het downloaden het zip-bestand uit in een tijdelijke directory en download Etcher. Dit programma (voor Windows, Mac en Linux) zet de gedownloade Armbian software op je micro SD-kaartje.

Installeer Etcher en plaats de micro-SD kaart met een adapter in je pc. Start Etcher en kies de Armbian Image. Etcher vindt zelf over het algemeen de juiste drive waarin de micro-SD kaart zit. Druk op Flash en Armbian wordt naar je kaartje geschreven.

Starten met de Orange Pi

We hebben nu een blokje van ongeveer 5 x 5 x 3,5 centimeter, waarin we de micro SD-kaart met de software plaatsen, waarop we de voeding aansluiten en waaraan we de LAN-kabel koppelen.De Orange Pi start nu op en krijgt een IP-adres toegewezen van de DHCP-server in je netwerk. We moeten nu alleen nog even uitvinden welk adres dat is. Dat kan je bijvoorbeeld vinden in de router van je netwerk. Het apparaatje heeft de illustere naam “orangepizero”. Er zijn ook apps voor je telefoon ( zoals Fing voor Android) of hulpprogramma’s voor Linux of Windows waarmee je het apparaat terug kunt vinden.

Verbinding maken en inloggen

Nadat het IP-adres is achterhaald wordt verbinding gemaakt met de Orange Pi met behulp van ssh. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van het programma Putty (voor Windows en Linux). Een uitgebreide handleiding voor het gebruik onder Windows vind je hier.

Wanneer de verbinding voor de eerste keer tot stand in gekomen kan je inloggen als  “root” met het password “1234”.
Direct nadat je bent ingelogd ben je verplicht het root password te wijzigen.
En na het wijzigen van het root-password ben je verplicht een nieuwe account aan te maken. Ik heb daar zoals altijd voor “ronald” gekozen. Je geeft 2x je wachtwoord op en nog wat andere (niet verplichte) informatie en je bent klaar.

Het handigst is het om nu uit te loggen en opnieuw in te loggen met je nieuwe account. In Putty voer je daartoe het commando logoff in.
Start de Putty-sessie opnieuw en log in.

De Orange Pi geeft direct na het inloggen kort een aantal wetenswaardigheden over het systeem weer.

Tot zover deze keer. De volgende keer ga ik in op de warmteproblemen van de Orange Pi en wat ik daaraan heb gedaan.

Domotica – 3. Ontvangers en sensors

In de eerste twee afleveringen van mijn weblog over domotica heb ik uitgelegd wat dat nou eigenlijk is, domotica en hoe je het aan de computer koppelt. Ik maak daarbij gebruik van de gratis software van Domoticz, die je onder Windows of Linux kunt gebruiken om je domotica te besturen.

Ontvangers

In de vorige aflevering heb ik laten zien hoe je de zenders kunt koppelen aan Domoticz. Nu is het de beurt aan de ontvangers.
Wat zijn er zoal voor ontvangers die we kunnen koppelen? Denk aan schakelbare stopcontacten, lampfittingen, dimmers, schakelaars voor zonwering, deurbellen of motoren voor rolgordijnen.

Registreren van ontvangers

Om te kunnen registreren heb je óf de registratiecode en het type van de ontvanger nodig, óf je hebt een ontvanger nodig die een code kan leren. Afhankelijk van het gebruikte protocol moeten meer of minder gegevens worden ingevoerd. Gebruik hiervoor de knop Manual Light/Switch op de pagina Switches.
Kies allereerst de juiste hardware. Hier is dat RFXCOM. Geef hem een zinvolle naam en kies het soort schakelaar. Naast On/Off zijn er een groot aantal andere mogelijkheden, zoals  Blinds, Dimmer, of Door Lock.
Het Type (protocol) is iets wat je moet weten. Het staat niet op de verpakking… In de handleiding van de RFXCOM RFXtrx433 staan alle protocollen opgesomd. Daarin lees je bijvoorbeeld dat KlikAanKlikUit (KAKU) het AC protocol gebruikt. Voor dit protocol moet je een ID van 4 velden en een unitcode opgeven. Weet je die, dan kan je die invoeren en vervolgens met Add Device de ontvanger toevoegen. Weet je hem niet, dan verzin je een nog niet gebruikte code en zet je een zelflerende ontvanger in de leer-modus. Bij KAKU ontvangers doe je dat bijvoorbeeld door ze in het stopcontact te steken, ze ontvangen dan gedurende 5 seconden een signaal. Druk, zodra de ontvanger in de leer-modus staat, direct op de knop Test op de pagina waar je de gegevens invoert. De RFXtrx433 zendt het signaal uit en de ontvanger slaat het op.
Na het toevoegen vind je de ontvanger terug onder Switches. Net als bij de zenders (zie de vorige blog) kan je ook de schakelaars met het sterretje op de eerste pagina plaatsen (Dashboard).
Door op het pictogram van de ontvanger te drukken zet je handmatig, vanuit Domoticz, de schakelaar aan of uit. De optie Log geeft je toegang tot het logboek waarin de geregistreerde schakelmomenten staan opgeslagen.
De optie Edit geeft de mogelijkheid ingevoerde gegevens aan te passen. bijvoorbeeld de pictogrammen of naam van de schakelaar. Ook staan hier nog wat geavanceerdere instellingen, die voor dit blog op dit moment te ver gaan, zoals het starten van een extern script op het moment dat een schakelaar wordt geactiveerd.

De optie Timers geeft je de mogelijkheid de actie uit te voeren op een bepaalde tijd, bijvoorbeeld het inschakelen van een lamp bij de voordeur bij zonsondergang.

De optie Notifications tenslotte kan een bericht versturen wanneer een bepaalde actie plaatsvindt.

Sensors

Naast ontvangers, zoals lichtschakelaars, deurbellen enz. is het ook leuk en zinvol om Domoticz uit te rusten met sensors. Denk hierbij bijvoorbeeld aan weer- en temperatuursensors of sensors in pc’s. Een sensor kan niet worden geschakeld, deze geeft alleen periodiek één of meer gemeten waarden door aan Domoticz.

Aan sensors valt eigenlijk niets in te stellen. Als ze er zijn en gegevens versturen, dan zal Domoticz ze automatisch oppikken. Als je in de log kijkt van Domoticz (onder het menu Setup), dan zie je gelijk sensorgegevens staan, tussen eventuele andere signalen, die door Domoticz zijn verwerkt:

In bovenstaand voorbeeld zijn signalen van temperatuur-, weer- en hardwaresensors geregistreerd.
In het onderdeel Devices onder het menu Setup vind je de laatste registraties van de sensors in de database terug:

 

Ook deze sensors kan je gemakkelijk in Domoticz opnemen, door op het groene pijltje te klikken. Dat wordt blauw en je kunt de sensor nu een naam geven. De sensor vind je vervolgens terug onder één van de kopjes Temperature, Weather of Utility. Met het knopje Edit kan je o.a. de naam van de sensor aanpassen, met Log kan je o.a. mooie grafieken uit Domoticz toveren over bijvoorbeeld de temperatuur de afgelopen dag, maand of jaar.

 Tot zover deze keer, maar er is nog veel meer te vertellen over Domoticz!

En, o ja, reacties worden erg gewaardeerd!

Domotica – 2. Aansluiten op de computer

In de vorige aflevering van mijn blog heb ik uitgelegd wat domotica nu eigenlijk is en hoe je met een kleine investering al de nodige dingen simpel kunt automatiseren in je huis.
Mooier wordt het wanneer je je domotica aansluit op de computer.

Transciever die de Domotica met de PC verbindt

Hardware
Ik wil me niet binden aan één leverancier van schakelmateriaal of sensors, dus heb ik voor de verbinding met de computer gezocht naar een zo breed mogelijke inzetbare oplossing. En dan natuurlijk ook een beetje betaalbaar.
Ik ben uiteindelijk terecht gekomen bij de firma RFXCOM. Zij leveren een 433.92Mhz transceiver (de RFXtrx433E) die (de naam zegt het al) zowel kan zenden als ontvangen.
Dit kleine apparaatje wordt door middel van een USB-kabel verbonden met de PC en kan dan commando’s vanuit de PC verzenden naar de ontvangers (bijvoorbeeld stekkerschakelaars) van een groot aantal merken als bijvoorbeeld klikaanklikuit (kortweg KAKU), HomeEasy en ELRO. Omgekeerd kan het apparaat signalen van domotica-zenders (bijvoorbeeld temperatuursensors of deurschakelaars) ontvangen en terugsturen naar de PC. Op de pagina van de RFXCOM RFXtrx433E staat een opsomming van de zenders en ontvangers die ze ondersteunen (zie onder Will Support).

Software
Naast de hardware hebben we ook software nodig dat de signalen die binnenkomen kan verwerken, rubriceren en tonen en dat commando’s naar de hardware kan sturen. En dat daarnaast een interface vormt op pc, tablet en smartphone.
De RFXtrx433E ondersteunt een groot aantal programma’s die dit allemaal kunnen (zie op deze pagina onder Supported By).
Ik heb uiteindelijk gekozen voor het in Nederland ontwikkelde programma Domoticz. Zonder andere oplossingen tekort te willen doen vind ik de voordelen van Domoticz:

  • Multi platform (voor Windows en Linux)
  • Draait zowel op een PC als op een Raspberry PI
  • Makkelijk te installeren
  • Zeer duidelijk uitgelegd hoe het werkt
  • Heel erg veelzijdig
  • Fraaie interface
  • Actieve ontwikkelaar
  • Actieve community, zodat je met je  vragen ergens terecht kunt
  • Kostenloos

Installatie
De installatie van de RFXtrx433E is de simpelheid zelve: inprikken in een USB-poort. Bij het apparaat wordt ook een Windows-programmaatje geleverd dat kan worden gebruikt om te kijken of het apparaat signaal krijgt en wat er binnen komt. Voor Linux is zo’n programma er niet. Maar dat is geen groot gemis, want daar hebben we natuurlijk Domoticz voor!
Voor Windows en de Raspberry Pi zijn hier kant en klare setups beschikbaar van Domoticz. Voor Linux moeten we iets meer moeite doen, al valt dat ook best mee. Het makkelijkste is het om de instructies te volgen die hier staan. Daar staan instructies voor diverse Linux-smaken, Windows en de Raspberry Pi.

Compileren voor Linux
Het komt er voor Linux op neer dat de broncode wordt gedownload en vervolgens gecompileerd en gestart. En dat klinkt veel enger dan het is. De instructies zijn glashelder en het is in een paar minuten gepiept.
Voor mijn Ubuntu server 14.04 komt het neer op de volgende instructies:

sudo apt-get install build-essential -y
sudo apt-get install cmake libboost-dev libboost-thread-dev libboost-system-dev libsqlite3-dev subversion curl libcurl4-openssl-dev libusb-dev zlib1g-dev
svn checkout svn://svn.code.sf.net/p/domoticz/code/domoticz
cd domoticz
cmake -DCMAKE_BUILD_TYPE=Release
make

Linux Startup Script
Het is natuurlijk handig wanneer Domoticz altijd gelijk draait wanneer de computer wordt gestart. Voor Linux is dat te regelen met een startup script. Doe het volgende (vanuit de Domoticz directory, standaard is dat ~/domoticz):

sudo cp domoticz.sh /etc/init.d
sudo chmod +x /etc/init.d/domoticz.sh
sudo update-rc.d domoticz.sh defaults

Pas daarna het script aan. De USERNAME moet in elk geval worden aangepast:

sudo nano /etc/init.d/domoticz.sh

Ik heb daar de regel USERNAME=pi aangepast naar USERNAME=ronald.

Een interessante optie om aan te passen is de poort waarnaar Domoticz luistert. Standaard is dat 8080, maar deze poort is nogal eens bezet. Om bijvoorbeeld te luisteren naar poort 8085 wordt deze regel aangepast:

DAEMON_ARGS="-daemon -www 8085"

Sla de wijzigingen op en start de service met deze opdracht:

sudo service domoticz.sh start

Testen van de interface

Domoticz zou nu moeten draaien en zichtbaar moeten zijn op elke pc in je thuisnetwerk. Voer in een browser het adres in van de pc waarop domoticz draait, gevolgd door de poort waarop hij luistert. Test je op dezelfde pc als waar Domoticz draait op poort 8085 dan wordt dat:

http://127.0.0.1:8085

Domoticz zal nu starten en toont de pagina Dashboard. Wanneer Domoticz nog niet is geconfigureerd dan wordt dit getoond:

De link naar de pagina Hardware is de eerste die gevolgd moet worden. Daar vind je de Hardware die Domoticz heeft gevonden of die je kan gebruiken. Je vindt daar de RFXCOM (als hij goed is aangesloten) en eventuele andere hardware. Ik heb daar bijvoorbeeld ook Motherboard sensors, die Domoticz in staat stellen informatie over de pc te tonen.
Wordt de RFXCOM niet getoond, dan moet je die eerst kiezen en vervolgens met de knop Add toevoegen.

Zenders

Wanneer de RFXCOM is toegevoegd kan de pret gaan beginnen!
Alle zenders die signalen uitzenden die compatible zijn met de RFXCOM worden automatisch gelogd onder de knop Devices onder Setup. Wanneer dat het geval is, dan kan je die heel gemakkelijk toevoegen aan de interface van Domoticz. Het makkelijkste voorbeeld is een temperatuursensor. Koop een leuk sensortje (bijvoorbeeld de Oregon THN132N), sluit dit aan en onmiddellijk zie je hem verschijnen onder Devices:

Het enige wat nodig is om de sensor in de interface van Domoticz te kunnen zien is het drukken op het groene pijltje rechts (na het drukken wordt dit blauw). Voer vervolgens een naam in (ik heb hier heel origineel voor ’temperatuur’ gekozen) en hij staat er in. Dit laatste is te zien door bovenin de knop Temperature te kiezen. Alle temperatuursensors zijn daar verzameld. De onze wordt nu zo getoond:

De meeste informatie spreekt voor zich. Indien het sterretje wordt gekozen wordt de sensor ook op de voorpagina (Dashboard) van Domoticz getoond. Onder Log worden een aantal fraaie grafieken getoond met de geregistreerde temperaturen van vandaag, de laatste maand en het latste jaar:

Op dezelfde manier kunnen ook bijvoorbeeld schakelaars worden toegevoegd. Druk op de gewenste schakelaar en kijk weer onder Devices:

Schakelaars kan je, na toevoegen met het groene pijltje, terugvinden onder Switches:

Op dezelfde manier kunnen allerlei andere soorten zenders worden toegevoegd, zoals deurcontacten, schemerschakelaars of lichtsensors.

 

In de volgende blog ga ik ontvangers toevoegen en configureren en laten zien hoe je hen kunt automatiseren!

Tip: volg Domoticz op Twitter (@Domoticz). De ontwikkelaar geeft continu door wat er is veranderd, zodat je desnoods direct de broncode kunt updaten en de gewijzigde versie kunt installeren.

De Linux mediaserver deel 3: Software installeren

In de voorgaande twee afleveringen van deze blog heb ik beschreven hoe ik mijn van origine onder Windows draaiende Mediaserver heb overgezet naar Ubuntu Linux en daarna hoe ik een paar vervelende probleempjes heb overwonnen. Aangezien de server nu netjes en betrouwbaar draait is het tijd om software te gaan installeren!

SAMBA

Als eerste ga ik een SAMBA server installeren op de server. In een omgeving die Windows machines heeft is dat een absolute must. De SAMBA server zorgt ervoor dat de schijven in de Mediaserver overal in het netwerk kunnen worden gezien en gebruikt. Ook door Windows machines.

Bij het installeren van de Ubuntu serverversie had ik aangegeven dat de SAMBA server direct mee moest worden geïnstalleerd. Het ‘enige’ wat ik nu nog moet doen is er voor zorgen dat de buitenwereld via SAMBA de juiste schijfpartities kan gebruiken. Om SAMBA te configureren openen we zijn configuratiebestand in de editor:

sudo gedit /etc/samba/smb.conf

Dit bestand bevat heel veel commentaar en een aantal belangrijke configuratieregels. De eerste die goed moet worden ingesteld is

workgroup = WORKGROUP

Wanneer je nooit iets hebt veranderd aan de standaard Windows groep, dan is dit correct. Heb je dat wel gedaan (ik heb bijvoorbeeld mijn werkgroep THUIS genoemd), dan vul je die hier in. Daarna moeten voor elke share die je wilt kunnen zien in de netwerkomgeving groepen worden aangemaakt in dit bestand. Dit gebeurt helemaal onderaan. Er staat al een voorbeeld met de naam [share]. Vervang dit door je eigen groep. De naam tussen de rechte haken wordt straks de sharenaam die zichtbaar is op het netwerk. Een voorbeeld is:

[films]
comment = Films schijf
read only = no
locking = no
path = /media/films/Films
guest ok = yes
create mask = 0775
directory mask = 0775

Hierin moet path wijzen naar een directory. Ik heb hier de plaats genomen waar ik één van mijn schijven heb gemount (/media/films, zie ook deel 2 van dit verhaal) waarvan dan weer de map Films (met hoofdletter dus) met de buitenwereld wordt gedeeld. De buitenwereld ziet dan alleen een map ‘films’ (de naam die tussen rechte haken staat) en ziet daarin de inhoud van /media/films/Films.  De andere parameters zorgen ervoor dat iedereen zonder restricties deze share kan gebruiken.

In Windows (of op bijvoorbeeld een mediaplayer die zich in het netwerk bevindt) is nu de Mediaserver zichtbaar. Wanneer we die openen dan verschijnen vervolgens de shares die we hebben aangemaakt op de Mediaserver. Door de bovengenoemde parameters kunnen we zowel lezen van als schrijven naar deze share. Nadat de wijzigingen zijn aangebracht en het bestand is opgeslagen, dan moet de SAMBA server opnieuw worden gestart, waarna hij zichtbaar wordt:

sudo service smbd restart

Het kan nu zijn dat de share die zo netjes is gedeeld niet de juiste rechten heeft, zodat niet iedereen daarnaar mag schrijven. Bekijk dat dan door naar die directory te gaan en het volgende commando te geven:

cd /media/films
ls -l

Dit geeft de rechten voor /media/films aan op de volgende manier:

De letterreeks links geeft de rechten aan: d=directory, rwx=read,write,execute voor achtereenvolgens de eigenaar, de group waarin hij zit en de overige users. In het voorbeeld hierboven heeft Films de rechten drwxrwxrwx. Maximaal dus. Zonder hier verder op in te gaan (lees anders hier even hoe het precies zit), je kunt eventueel de rechten goedzetten met het commando

sudo chmod -R 777 Films

Dit commando zet voor de directory Films en al zijn bestanden maximale rechten aan. hierna zal de share volledig toegankelijk zijn.
Wanneer de server eenmaal draait kan nog verder worden gesleuteld aan de parameters van SAMBA, lees daarvoor bijvoorbeeld dit artikel.

Logitech Mediaserver

Dit programma kan als een daemon (dat is de Linux benaming voor een proces dat op de achtergrond draait, Windows noemt dat een service) op de Mediaserver draaien en is in eerste instantie bedoeld voor het aansturen van diverse Logitech hardware zoals de Logitech Squeezeboxen, maar dient ook als server voor DLNA en uPNP clients. Kort gezegd: je kunt er je muziek mee streamen over je netwerk.

Om dit programma binnen te halen moet eerst een bron worden toegevoegd aan de lijst waaruit apt-get zijn programma’s haalt. Doe daarom het volgende:

sudo gedit /etc/apt/sources.list

voeg helemaal onderaan een regel toe:

deb http://debian.slimdevices.com stable main

en sla het bestand op. Werk daarna apt-get bij:

sudo apt-get update

En ga nu de “Logitech mediaserver” downloaden en installeren:

sudo apt-get install logitechmediaserver

De “Logitech mediaserver” wordt daarmee geïnstalleerd en gestart. Je kunt nu vanaf een willekeurige pc in het netwerk bij de “Logitech mediaserver” door in de browser het IP-adres van de Mediaserver (de computer dus, de naamgeving is hier ietwat verwarrend besef ik nu) te kiezen en poort 9000. Dus als je je Mediaserver bijvoorbeeld draait op IP-adres 192.168.1.5, voer dan in

http://192.168.1.5:9000 of (als de server ‘mediaserver’ heet) gewoon mediaserver:9000

De Logitech Mediaserver interface

De interface van de “Logitech mediaserver” verschijnt en je kunt nu een aantal vragen beantwoorden, bijvoorbeeld over welke muziek moet worden geïndexeerd. In Windows is

de “Logitech mediaserver” ook te vinden in de netwerk omgeving. Vaak zelfs meer dan één keer. Door één van deze Devices aan te klikken kom je ook in de interface, die in de Browser is opgestart.

Foobar 2000

Zoals gezegd kan de Logitech Mediaserver niet alleen bestanden leveren aan de diverse Logitech apparatuur, maar ook aan andere software. Onder Windows kan je bijvoorbeeld het fraaie gratis programma foobar2000 gebruiken om muziek van de Mediaserver te draaien.

SABnzbd

Dit is een veelgebruikt pakket voor het downloaden van zaken vanuit Usenet. Het pakket is zowel verkrijgbaar voor Windows als voor Linux (en ook voor de Mac trouwens). Het draait ook als een daemon op de achtergrond en is te benaderen via de browser.

Om SABnzbd te kunnen draaien moet ook de programmeertaal Python worden geïnstalleerd. Python en SABnzbd kunnen worden geïnstalleerd met de volgende commando’s:

sudo apt-get install python-software-properties
sudo add-apt-repository ppa:jcfp/ppa
sudo apt-get update
sudo apt-get install sabnzbdplus
sudo apt-get install sabnzbdplus-theme-mobile

De laatste regel is niet noodzakelijk, maar voegt een thema toe dat er voor zorgt dat SABnzbd ook goed werkt vanaf een mobiel apparaat. Nu moeten er nog wat instellingen goed worden gezet om te zorgen dat SABnzbd start als daemon. Open eerst het configuratiebestand:

sudo gedit /etc/default/sabnzbdplus

Zet hierin achter user= je inlognaam. Ik heb daar dus staan user=ronald.
Verder hoeft normaal gesproken niets te worden aagepast. Mocht e.e.a. niet starten dan moeten wellicht de execute rechten goed worden gezet:

sudo chmod +x /etc/init.d/sabnzbdplus

Maar waarschijnlijk staat dat al goed. Start de daemon dan met

sudo /etc/init.d/sabnzbdplus start

Je kunt nu SABnzbd vanaf het netwerk vinden op poort 8080 van je mediaserver:

http://192.168.1.5:8080 of (als de server ‘mediaserver’ heet) gewoon mediaserver:8080

De interface van SABnzbd op poort 8080

Configureer goed voordat je gaat draaien! Kijk indien nodig hier hoe alles het beste kan worden ingesteld.

Gebruiken vanaf het netwerk

Gekoppelde apparatuur

Nu de mediaserver draait en opgetuigd is met de juiste software kan ik er vervolgens mee koppelen. Ik gebruik daarvoor twee ‘kastjes’: een mediaplayer van het merk Mede8er voor films e.d. en een Logitech Squeezebox voor muziek. Dank zij de SAMBA server kan ik de Mede8er zonder enig probleem koppelen aan de schijven waarop al het beeldmateriaal staat en dankzij de Logitech Mediaserver kan ik muziek draaien die zich op de server bevindt.

Daarnaast kan ik de server natuurlijk ook gebruiken als fileserver. Voor het maken van backups bijvoorbeeld. In de volgende aflevering van deze blog ga ik onder andere OwnCloud installeren, waarmee – de naam zegt het al – een eigen cloud kan worden gerealiseerd.

Linux Mediaserver deel 2: betrouwbaar draaien

In mijn vorige blog heb ik beschreven hoe ik mijn Windows 7 mediaserver heb omgezet naar Linux (Ubuntu 12.04 LTS). De eerste fase ging daarbij weliswaar niet helemaal van een leien dakje, maar achteraf ben ik er best tevreden over. Helaas gaf de tweede fase wat meer problemen.

Bij het opnieuw starten van de server merkte ik dat hij soms helemaal niet startte (het scherm bleef zwart, de computer stil) of een vreemde melding gaf over één van de aanwezige schijven. Aangezien een server eerst vlekkeloos moet werken voordat je er verder mee gaat, besloot ik die problemen eerst eens op te lossen.

Een Linux BSOD?

Ik kon zelf het feit dat de server af en toe niet wilde starten helemaal niet plaatsen. Was het de Linux variant van het B(lack) S(creen) O(f) D(eath)? Ook het hierover nalezen op internet bracht me niet veel verder, maar ik heb wel veel opgestoken van de werking van Linux! Gelukkig kan ik als ik het echt niet weet terugvallen op anderen (bedankt, @wilboard!) om dit op te lossen. Het bleek dat de APIC instelling in mijn BIOS niet goed of onvoldoende werkte, maar een Kernel Boot Parameter kon dit verhelpen. Het blijkt zo te zijn dat dit zelden voorkomt bij de nieuwere moederborden, maar bij mijn moederbord uit 2010 dus wel helaas. Het was zaak om de noapic parameter toe te voegen aan het grub bestand. In dit bestand worden de default waarden die bootloader grub hanteert ingesteld. Geen dagelijkse kost dus. Tijd om mijn vaardigheden ‘aan de prompt’ te testen. Het betreffende bestand wordt geopend met het commando

sudo nano /etc/default/grub

grub default bestand

In het bestand moet de regel GRUB_CMDLINE_LINUX_DEFAULT worden aangepast. Als er al parameters in staan, dan dient de parameter noapic aan het eind te worden toegevoegd binnen de aanhalingstekens. Er staat dan bijvoorbeeld:

GRUB_CMDLINE_LINUX_DEFAULT=”noapic”

Sla het bestand op en voer het volgende commando uit:

sudo update-grub

en start daarna het systeem opnieuw op. Daar zijn verschillende commando’s voor, ik prefereer:

sudo shutdown -r now

waarmee eigenlijk aan het systeem wordt verteld dat er een shutdown moet plaatsvinden, dat hij daarna moet herstarten en dat dat direct moet gebeuren. Door de logica in de syntax zat dit commando al direct in mijn geheugen!

Grafische interface

In eerste instantie was ik van plan om voorlopig geen grafische interface te installeren, maar bij gebrek aan een editor die ook voor mensen die niet al 5 jaar Linux draaien te begrijpen is besloot ik toch maar aan de grafische interface te gaan. Dan kon ik tenminste de editor gedit gaan gebruiken…

In een eerder artikel heb ik een aantal mogelijke interfaces behandeld. Omdat het voor een server niet nodig is om een hele uitgebreide interface te hebben heb ik gekozen voor xfce. En aangezien het er mij alleen maar om gaat om een beetje makkelijker te kunnen werken als dat nodig is en ik het meeste toch op de console blijf doen, kies ik voor de minimale versie. Daarna installeer ik gelijk de grafische editor gedit. Gebruik de volgende commando’s:

sudo apt-get install xfce4
sudo apt-get install gedit

Het installeren wijst eigenlijk zichzelf. Wanneer alles geïnstalleerd is, dan kan je de grafische interface starten met het commando

startx

De xfce grafische interface

De xfce interface is mooi opgeruimd en doet een beetje Windows XP achtig aan, maar dan met de toolbar aan de bovenkant. Linksboven het Applications Menu, met daarin alle programma’s, inclusief het onvolprezen gedit! De eenvoudige filemanager Thunar is ook aanwezig en is voldoende om snel door de bestanden je weg te zoeken, maar niet voor geavanceerde taken.

Schijfperikelen

Nu de server niet meer bleef hangen bij het starten en de grafische interface draaide was het tijd voor het tweede probleem. De machine is uitgerust met 4 schijven van elk 2 TB. Op één van die schijven is een deel ingeruimd voor Linux, opgedeeld in 2 partities. De ene partitie is geformatteerd als ext4, de andere is een swapfile. De rest van de schijven zijn (omdat ze eerst onder Windows hebben gedraaid) als NTFS geformatteerd.

Linux gaat met schijven heel anders om dan Windows. Dat was echt even wennen als je al je leven lang met die schijfletters werkt. De schijven zijn te vinden in de Linux boomstructuur onder /dev en worden aangeduid volgens een logisch schema. Hier staat precies uitgelegd hoe dat in elkaar zit, mijn 4 schijven werden door Linux aangeduid als /dev/sda, /dev/sdb, /dev/sdc en /dev/sdd. Partities op die schijven worden dan weer aangeduid met een cijfer, bijvoorbeeld /dev/sda1. Heel logisch als je het eenmaal weet.

Om in de grafische omgeving commando’s te kunnen geven vanaf de prompt staat onderaan een launcher met een paar veelgebruikte programma’s. De tweede van links opent de terminal emulator:

Veel informatie over je schijven kan je tevoorschijn halen met het commando

sudo fdisk -l

Windowsgebruikers zijn gewend dat alle schijven altijd direct beschikbaar zijn, maar onder Linux is dat niet zo. In Linux moet een schijf, of beter gezegd een partitie op de fysieke schijf, eerst worden ‘gemount’. Dit gebeurt door de gewenste partitie met het mount commando te koppelen aan een fysieke map op schijf. Meestal wordt daar een map in /media voor genomen. Maak daarom eerst een nieuwe map aan:

sudo mkdir /media/drive_a

En mount dan de schijf naar die map:

sudo mount /dev/sda1 /media/drive_a

Dit is allemaal heel leuk als je af en toe iets moet gebruiken, maar voor een harde schijf in de machine is dat knap lastig. Ik wilde daarom dat die schijven bij het starten van de server automatisch worden gemount. Toen ik had geregeld (het hoe en wat sla ik over, omdat het zinloze informatie is) en de machine opnieuw startte, traden er de raarste verschijnselen op. De schijven waren dan weer wel en dan weer niet goed toegankelijk en uiteindelijk bleek dat Ubuntu NIET bij elke opstart dezelfde schijfletters toekende aan de diverse schijven! Misschien is dat normaal gedrag onder Linux, ik weet het niet, maar ik vond het knap lastig en behoorlijk vreemd. Zeg maar gerust irritant. Uiteindelijk vond ik na wat zoekwerk uit dat je daarom de IDs van de schijven moet gebruiken, aangeduid als de UUID…. Volgt u me nog? Wanhoop niet als het niet zo is, want ik ga het hierna stapsgewijs beschrijven.

Stap 1: Maak voor alle partities die moeten worden gemount een map aan in /media. Neem daarvoor logische namen, bijvoorbeeld /media/films of /media/muziek, dat maakt het leven straks een stuk gemakkelijker.

Stap 2: We bepalen nu de UUIDs van alle partities in de machine en schrijven deze naar een bestand. Ik schrijf het bestand naar mijn homedirectory /home/ronald, omdat ik daar altijd alles mag schrijven:

sudo blkid > /home/ronald/UUIDs.txt

Stap 3: Open het bestand fstab, dat het mounten van de verschillende schijven regelt (belangrijk: ga niet rommelen met dit bestand als je niet zeker bent! Test desnoods eerst of alles werkt met het mount commando voordat je dit wijzigt!):

sudo gedit /etc/fstab

Het bestand bevat een aantal algemene richtlijnen en de informatie over de partities van Linux. Wellicht is het raadzaam eerst bijvoorbeeld deze verhandeling over fstab eens door te lezen!

Open nu ook het bestand met de UUIDs om deze straks te kunnen kopiëren:

sudo gedit /home/ronald/UUIDs.txt

In mijn geval had Ubuntu zelf al de UUIDs van de opstartpartitie en de swap-partitie in fstab gezet. Er stond bij dat dit eerder de partities /dev/sdd5 en /dev/sdd6 waren. Dat heb ik dus vooral zo gelaten en ik heb alleen de andere partities toegevoegd als UUID. Voor elke partitie die automatisch moet worden gemount wordt een regel toegevoegd die er als volgt uitziet:

[Device] [Mount Point] [File_system] [Options] [dump] [pass]

Welke parameters er moeten worden gebruikt hangt van de toepassing af en van het bestandssysteem. Aangezien ik bestaande NTFS schijven gebruik, die door iedereen moeten kunnen worden gelezen en geschreven, kom ik op de volgende regel (voorbeeld):

UUID=32B8C7ADB8C76E43  /media/muziek  ntfs  nls=iso8859-1,users,umask=000,user  0  0

Hierin zijn de volgende onderdelen te herkennen:

[Device]
UUID=32B8C7ADB8C76E4
Het reeds besproken ID van de schijfpartitie

[Mount Point]
/media/muziek
Plaats waar de gemounte schijf kan worden teruggevonden

[File_system]
ntfs 

Bestandssysteem. Voor Windowsschijven is dat tegenwoordig meestal ntfs

[Options]
nls=iso8859-1,users,umask=000,user
Opties om goed met de schijven te kunnen werken. De eerste optie is handig om Nederlandse namen goed weer te geven (accenten e.d.), maar is niet echt noodzakelijk. De laatste 3 zorgen ervoor dat iedereen onbeperkte rechten heeft. Dat is straks noodzakelijk vanwege het gebruik in een netwerk.

[dump]
0
Houdt verband met een (verouderde) backup optie. Altijd 0 laten.

[pass]
0
Wanneer deze optie 2 is, wordt hij gecheckt op fouten bij het opstarten. Indien 0 niet.

Met behulp van de UUIDs die ik nu heb, veel informatie van internet en wat uitproberen lukt het me uiteindelijk om de juiste parameters te kiezen (de bovenstaande dus) en fstab is nu goed ingesteld!

Pfff…. Alles werkt!

Achteraf kan ik dus gerust stellen dat ik heel wat tijd zwetend heb doorgebracht voordat dit echt goed en naar mijn zin liep, maar nu start alles perfect en worden mijn NTFS schijven ook netjes gemount bij het opstarten. Ruim voldoende lijkt me voor deze keer.

In een volgende blog ga ik onder andere de SAMBA server behandelen die nodig is om de schijven met media te delen met de rest van het netwerk….

Een uitgebreide mediaserver onder Linux

Na mijn eerste avonturen in Linuxland ben ik inmiddels zover, dat ik het systeem echt begin te kennen. Ik ben (en blijf voorlopig) in de eerste plaats een Windowsman, maar Linux trekt me steeds meer aan. Zoveel zelfs, dat ik me ga wagen aan een heel nieuw project: een uitgebreide mediaserver.

Ik had, voordat ik dit avontuur aanging, een stevige mediaserver, die draaide onder Windows 7 home. Geen serversoftware dus, maar, bij gebrek aan beter, standaardsoftware van Microsoft. Deze server is in de eerste plaats bedoeld voor het bewaren en ter beschikking stellen van media. Daarom is het geen supersnel rekenmonster, maar een flinke kast met een doorsnee moederboard en dito processor met 4 GB geheugen en onboard video. Maar wel met 4 schijven van 2 TB voor de opslag.

Op deze machine, die bekabeld in ons huisnetwerk hangt, draaien een aantal programma’s 24 uur per dag:

  • Logitech Mediaserver: Deze software verzorgt een verbinding tussen de Logitech Squeezebox hardware, die verbonden is met de versterker in de woonkamer. Hiermee wordt muziek die opgeslagen is op de server afgespeeld.
  • Sabnzbd: Dit handige pakket verzorgt downloads vanaf Usenet.
  • Domoticz: domotica sofware, die een gedeelte van (de bewegingen in) ons huis bestuurt, bewaakt en registreert
  • Webcam capture software: maakt op gezette momenten foto’s of filmpjes van beelden die op de webcam verschijnen. Geschikt voor bijvoorbeeld bewakingsdoelen.
  • Verder worden grote delen van de schijven gedeeld met het netwerk, zodat bijvoorbeeld films kunnen worden bekeken door deze met een mediaplayer, die aan de televisie hangt, te delen.

Inventariseren

Ik wil natuurlijk wel dat al deze functies overeind blijven wanneer ik de server ga overzetten naar Linux, dus allereerst maar eens kijken of dat mogelijk is. Wat blijkt: tot mijn grote vreugde zijn de meeste programma’s ook onder Linux beschikbaar! Van de Logitech Mediaserver, Sabnzbd en Domoticz zijn ook Linuxversies, dus daar hoef ik geen alternatief voor te zoeken. De schijven delen met de buitenwereld kan ik doen met de zeer bekende SAMBA server. Zodoende kunnen naast de mediaplayer ook andere Windows computers erbij. Voor de webcam software moet ik iets anders zoeken, maar naar later zal blijken is de keus in dat soort software onder Linux veel groter dan onder Windows….

Voorbereidingen

Allereerst moet er worden gekozen voor een Linuxversie. Dit is geen al te groot probleem, het wordt Ubuntu Server LTS 12.04. Deze versie wordt 5 jaar lang ondersteund met updates en heeft zijn sporen al lang en breed verdiend. En ik heb intussen wat ervaring opgedaan met de desktopversie van Ubuntu.

Ten tweede moet ik besluiten waar ik Linux ga installeren. Ik besluit een stuk op de eerste harde schijf vrij te maken. Dezelfde waarop ook Windows 7 staat. En omdat ik de server ook wil blijven gebruiken tussen de installatiefasen door zet ik Ubuntu naast Windows op de machine. Zo kan ik altijd terug, ook als het allemaal grandioos mislukt. Ik ben er ook nog bepaald niet gerust op of het allemaal wel gaat werken. Ik ben nog niet erg bedreven in het werken ‘aan de prompt’, dus een weg terug is altijd handig!

Vooruit dan maar: installeren!

Met Windows maak ik een stuk vrij op de eerste harde schijf en dan gaat de DVD met Ubuntu Server erin!

Allereerst verschijnt een scherm met de taalkeuze. Ik kies voor Engels, want vooral op een server werk ik het liefst in het Engels. Je weet vaak net wat eerder wat de programmeurs bedoelen als je het leest in het Engels. Op het volgende scherm kies ik voor ‘Install Ubuntu Server’ en daarna voor ‘Normal’, dat geeft je de mogelijkheid daarna precies in te stellen wat je nodig hebt. Verder zijn er nog een aantal wensen in te stellen met betrekking tot het toetsenbord en speciale terminalwensen met behulp van de functietoetsen die onderaan het scherm staan.

Other options

Er is ook een ‘other options’ toets voor speciale wensen. Wat ik op dit moment nog niet weet (ik leer dat later pas, via mijn Twitter vriend @wilboard, die veel meer van Linux weet dan ik) is dat ik hier een kernelparameter had moeten kiezen. Later blijkt de server vaak niet goed te booten (zwart scherm) en dat is opgelost met de noapic parameter. Maar ja, dat wist ik in deze fase nog niet!

Tenslotte kies ik nog een Taal (ja, opnieuw), een regio en een locatie en een locale zodat het systeem weet dat ik wel in het Engels communiceer, maar dat ik toch echt in Nederland zit. De daarna volgende vragen zijn eigenlijk allemaal rechttoe-rechtaan: naam van de server, user account, password, tijdzone en de vraag of ik mijn home directory wil encrypten. Handige optie wellicht, maar ik doe dat niet.

Partitioneren

Nu moet ik aangeven waar Ubuntu zal worden geïnstalleerd. Ik kies voor de optie ‘Use the largest continuous free space’, zodat zal worden geïnstalleerd in het deel dat ik daarvoor eerder heb vrijgemaakt. Vervolgens wordt aangegeven dat dat vrije deel wordt onderverdeeld in een ext4 deel (ext4 is het meest gebruikte Linux bestandssysteem) en een swap partitie. Daarna wordt het basissysteem geïnstalleerd. Er volgen nog wat simpele vraagjes en dan staat het basissysteem er op.

Software

Tot nu toe is het installeren van Linux server niet moeilijker dan het installeren van een willekeurige Windowsversie. De installer wil nu weten welke basissoftware er moet worden geïnstalleerd. Voor mij is op dit moment alleen de ‘Samba file server’ interessant. Standaard staat de ‘OpenSSH server’ ook aangevinkt. Deze server maakt het mogelijk de computer op afstand te besturen lees ik. Die nemen we dan ook maar gelijk mee. De rest heb ik vooralsnog niet nodig.

GRUB
Bootmenu

Daarna wil de installer nog weten of hij de GRUB boot loader moet laden in het master boot record. Daarmee bereik ik dat ik Windows ook altijd nog kan starten bij het starten van de machine, dus… Installeren maar! Na nog een tijdje rammelen start de server opnieuw op en verschijnt het bootmenu GRUB. Met de (default) optie bovenaan start Ubuntu Server, Windows 7 bevindt zich onderaan en daar tussenin staan nog wat opties voor speciale doeleinden.

Ingelogd!

Ik druk op <Enter>, zie een heleboel tekst voorbij rollen en dan verschijnt de inlogprompt. Ik voer naam en password in en dan ben ik ingelogd in mijn nieuwe Linux server!

Nadat ik wat van de ‘schrik’ bekomen ben pak ik de literatuur erbij die ik van tevoren heb verzameld. Een andere computer ernaast met Google of een andere zoekmachine is ook niet weg…. De server bevat alleen het hoognodige, een echte server dus, en de rest moet erbij worden geïnstalleerd.

Updaten van de software

Nadat de server is geïnstalleerd is het altijd een goed idee om de laatste updates aan te brengen. Dat geldt voor elk besturingssysteem en dus zeker ook voor Linux. De server moet natuurlijk wel een internetverbinding hebben, maar als het goed is is dat tijdens de installatie geregeld. Als je tenminste de server bedraad aan het netwerk hebt gehangen, net als ik dat heb. Normaal gesproken heeft hij dan via de DHCP server in de router een IP-adres gekregen en kan hij internet op. Om dit voor elkaar te krijgen in Ubuntu zijn maar twee commando’s nodig:

sudo apt-get update
sudo apt-get dist-update

De sudo voor elk commando zorgt ervoor dat het commando wordt uitgevoerd met ‘rootrechten’. Het is een afkorting voor ‘super user do’. Met rootrechten kan je allerlei handelingen verrichten die voor standaard gebruikers niet zijn toegestaan. Je moet dan wel eenmalig je wachtwoord opnieuw invoeren. Deze manier van werken went snel en is erg veilig!

Vast IP adres

Het systeem in nu helemaal bijgewerkt. Het volgende programma onderdeel is het instellen van een vast IP adres. Een server dient altijd een vast adres te hebben binnen een netwerk. Voor standaard computers voldoet het om een IP adres te hebben dat variëert en wordt toegewezen door de DHCP server in je router, maar dat geldt dus niet voor servers.
Om dit te bereiken dient een bestand aangepast te worden. Dat gaan we doen met de editor met de naam ‘nano’:

sudo nano /etc/network/interfaces

De regel iface eth0 inet dhcp moet vervangen worden door iface eth0 inet static, om aan te geven dat het hier om een vast IP adres gaat. Daarna moeten er nog een aantal parameters worden toegevoegd:
address <gewenst ip adres>  (bijvoorbeeld 192.168.1.5)
netmask <netwerkmasker> (veelal 255.255.255.0)
gateway <gateway adres> (vaak 192.168.1.1)
dns-nameservers <server1> <server2> (hangt van de provider af)

Instellen vast IP adres

Bestaande regels kunnen met een # aan het begin van de regel worden uitgeschakeld.
Schrijf het resultaat tenslotte weg met ctrl-O.

Zie voor een volledig bestand hiernaast. Mijn situatie wijkt iets af van de standaard, maar het principe is denk ik wel duidelijk.
Nadat het bestand is weggeschreven dient het netwerk opnieuw te worden gestart. Gebruik hiervoor het commando

sudo /etc/init.d/networking restart

Hierna heeft de server een vast IP adres.

Ietsje meer comfort

Omdat het werken ‘aan de prompt’ toch echt wel even wennen is, ga ik nu een oude bekende installeren. Iedereen die vroeger met DOS heeft gewerkt kent hem wel: Norton Commander. De filecommander die het werken onder DOS zoveel comfortabeler maakte.
In Linux heet het stukje gereedschap ‘Midnight commander’. Installeren gaat heel eenvoudig met

sudo apt-get install mc

Na korte tijd staat het programma er op en kan het vanaf de prompt worden gestart met

mc of met sudo mc.

Pas op met deze laatste. Alles wat u doet wordt uitgevoerd met de hoogste rechten….

In deze midnight commander zijn een aantal opties standaard aanwezig, zoals een viewer en een editor en er kan gemakkelijk worden gekopieerd van het ene naar het andere venster. Kortom: handiger dan direct aan de prompt!

Tot zover voor deze keer. In de volgende aflevering van deze blog ga ik onder andere (toch) een grafische omgeving installeren.

Van Windows XP naar Linux: Ervaringen met Linux Mint

In mijn vorige artikelen over de migratie van Windows XP naar Linux beschreef ik hoe ik er toe kwam om voor de Linux Mint 16 Petra Cinnamon distro (kortweg ‘Mint’) te kiezen en hoe ik Mint heb geïnstalleerd. In dit artikel ga ik Mint testen vanuit het perpectief van een Windows XP gebruiker!

Om Mint goed te kunnen bekijken vanuit het oogpunt van een Windows XP gebruiker ontkom ik er niet aan om de twee system veel te vergelijken. Natuurlijk is Linux geen Windows. Maar het is wel interessant om te zien in hoeverre de overgang naar Linux pijnloos kan verlopen voor mensen die alleen Windows gewend zijn.

Bureaublad en interface

Mint toont zich op een laptop op een soortgelijke wijze als Windows. Je kunt snel stoppen (bijvoorbeeld door de laptop dicht te klappen) en starten en logt in door een wachtwoord in te geven. Ook in het wisselen van gebruikers is voorzien, al komt dat in dit artikel niet aan de orde.

De Mint Desktop
De Mint Desktop

Na het starten toont Mint zich als een mooi afgewerkt en zeer compleet ogend systeem op  de oude laptop. Zeker wanneer een andere achtergrond wordt ingesteld dan de standaard ‘reclame’ desktop. Door met de rechter muistoets te klikken op het bureaublad verschijnt een menu – net als in Windows . Kies voor Werkblad achtergrond wijzigen en stel één van de fraaie, meegeleverde achtergronden in. Maar je kunt natuurlijk ook een eigen achtergrond kiezen.

Op het bureaublad treffen we Computer en Persoonlijke map aan. Dit zijn equivalenten voor de Windows snelkoppelingen ‘Mijn Computer’ en ‘Mijn documenten’. Het openen van één van deze mappen toont soortgelijke informatie als Windows doet: locaties met bestanden. Mappen met documenten, muziek, video’s enz.

Mappen op het bureaublad, USB stick en netwerk
Mappen op het bureaublad, USB stick en netwerk

Wanneer je computer is opgenomen in een thuisnetwerk, dan druk je op in de map Computer op Netwerk. In het venster verschijnt dan een map Windows-netwerk. Door daarop te dubbelklikken verschijnen de beschikbare Windows netwerken en daarin weer de computers die in het netwerk zijn opgenomen. Net als in Windows dus.

Taakbalk, menu en systeemvak

Mint beschikt aan de onderzijde van het scherm over een zelfde interface als Windows: Een taakbalk waarin gestarte programma’s worden getoond, een systeemvak met pictogrammen, rechtsonder en een menuknop linksonder. De werkbalk kan, net als in Windows, worden verborgen, maar ook bijvoorbeeld bovenaan het scherm worden getoond.

Het systeemvak
Het systeemvak

In het systeemvak staan pictogrammen die grotendeels dezelfde functies vervullen als in Windows: Mededelingen, Wifi, stroom, geluid en klok. Ook is er een update notificatie (analoog aan het Windows Update schildje). Klikken hierop toont het scherm met beschikbare updates, die met nog een klik kunnen worden geïnstalleerd. Een kind kan de was doen. Er is ook een knopje voor verwijderbare stations. Hierin wordt bijvoorbeeld een USB stick weergegeven, die weer met één klik kan worden verwijderd. Wanneer zo’n stick wordt geplaatst, dan verschijnt direct een snelkoppeling op het bureaublad naar dat station en wordt het station geopend. Echt heel gebruiksvriendelijk!
Vanuit het knopje met je naam kunnen persoonlijke zaken worden geregeld, zoals afmelden.

Het menu
Het menu

Het menu wordt als vanouds gestart met de knop linksonder. Ditmaal staat er natuurlijk geen Windows logo op, maar het logo van Mint. In het menu groepen met toepassingen, een regeltje met Alle toepassingen en een zoekvenster. Ook afsluit- en uitlogknoppen ontbreken niet. Kortom, het menu zal geen beletsel vormen om je software snel terug te vinden!

Voeg een werkblad toe
Voeg een werkblad toe

Wat ik een heel erg handige extra van Linux vind is het gebruik van meerdere bureaubladen. Dat is iets wat Windows niet kent. Beweeg de muis naar de linker bovenhoek. Het beeld verandert en je kunt nu aan de rechterkant op de grote + rechts drukken. Er wordt een bureaublad toegevoegd. Doe dit zo vaak als nodig, telkens verschijnt er een nieuw blad. De bladen kunnen zelfs een naam krijgen, indien nodig. Druk vervolgens op het gewenste blad en dit verschijnt.

Extra werkbladen
Extra werkbladen

Op elk van de bladen kunnen één of meer programma’s open blijven staan en hun werk doen, terwijl er op één van de andere bladen wordt verder gewerkt. En is een blad niet meer nodig, dan wordt het gesloten met een druk op het kruisje rechtsboven.

Toepassingen

Tijd om te gaan onderzoeken welke applicaties standaard worden meegeleverd met Mint. Ik kan in elk geval alvast zeggen dat dat er meer zijn dan standaard bij Windows worden meegeleverd.
Naast de meegeleverde pakketten zijn meer dan 43000 andere pakketten beschikbaar en met een paar klikken te installeren via het onderdeel Softwarebeheer, maar daarover later.

Hulpprogramma’s

Voor alle hulpjes die in Windows aanwezig zijn is er een equivalent in Mint. Er is een teksteditor, een rekenmachine, een programma dat Pdf bestanden kan tonen enz.

Internet

Firefox
Firefox

Firefox vind ik zelf één van de meest prettige en uitgebreide browsers en dat is onder Linux niet anders dan onder Windows. Ook nu zijn er plugins voorhanden om reclame te weren en te zorgen dat al uw gangen op internet niet worden opgeslagen. Internet Explorer is logischerwijs niet voorhanden, maar Google Chrome of Opera kan desgewenst wel worden geïnstalleerd.
Dat betekent dus dat je in mint heel snel je favoriete websites, Facebook en Twitter kunt bezoeken op dezelfde manier als je al gewend was.

Thunderbird heeft zich al een lange historie als E-mailprogramma. Ook dit programma werkt onder Linux exact hetzelfde als onder Windows. Wanneer je mail op de server van de provider staat (IMAP), dan volstaat het invoeren van een paar simpele gegevens en je mail loopt weer binnen. Ook het beheer is identiek aan de werking onder Windows. Gebruik je altijd Outlook, dan zal het even wennen zijn, maar Thunderbird werk veel intuïtiever dan Outlook, dus ik ga er vanuit dat dat snel went.

Office

Libre Office
Libre Office

Bij Mint wordt standaard het behoorlijk complete office pakket LibreOffice geleverd. De interface van dit pakket lijkt wel wat op de interface van een oudere versie van Microsoft Office, dus zonder het ‘lint’ wat in de moderne versies zit. U kunt al uw oude Word-, Excel- en Powerpointdocumenten ermee openen. Zowel de nieuwe als de oude formaten. Als u niet extreem kritisch bent of heel erg hangt aan de nieuwste interface van Microsoft Office, dan is dit een waardige vervanger.

Geluid en Video

Geluid en een plaatje
Geluid en een plaatje

De meeste video- en geluidsbestanden kunnen rechtstreeks worden afgespeeld in Mint. De applicatie videos speelt allerlei muziekbestanden direct af (mp3, flac, enz) en toont daarbij de hoesfoto, indien aanwezig. Hetzelfde geldt voor veel videoformaten en -containers als wmv, mpg, mkv en avi. Voor de meer ingewikkelde formaten of DVD images kan gebruik worden gemaakt van VLC Media Player. Dit programma speelt vrijwel alle videoformaten af en in ook onder Windows beschikbaar.
Met de Banshee mediaspeler kan een complete muziekverzameling worden beheerd, het programma Brasero kan Cd’s en Dvd’s kopiëren en branden.

Grafische bestanden

Heel veel plaatjes worden direct geopend met de Afbeeldingsviewer. Jpg, png, bmp enz. kunnen hiermee direct worden bekeken door ze te dubbelklikken. Bewerken van plaatjes kan worden gedaan met het geavanceerde programma GIMP. Dit programma, dat ook beschikbaar is onder Windows, biedt Photoshop-achtige mogelijkheden, al kan het zich niet meten met zijn grote voorbeeld. Het heeft echter best veel in huis. Ook het onderdeel Drawer van LibreOffice biedt beperkte mogelijkheden om bestanden te bewerken.

Niet geïnstalleerde programma’s

Softwarebeheer
Softwarebeheer

Ondanks dat Mint een behoorlijk groot aantal voorgeïnstalleerde toepassingen kent, zijn er nog veel meer voorhanden, die u in een oogwenk kunt installeren. U hoeft daarvoor niets van websiteds te downloaden of uit te pakken. Maak gewoon gebruik van Softwarebeheer. Dit is een zeer gebruiksvriendelijke interface voor duizenden andere handige en interessante programma’s. Bij het starten moet je wachtwoord worden opgegeven, omdat dit zo’n programma is dat ingrijpt in de machine. Kies vervolgens een categorie en blader door de programma’s. Een behoorlijk aantal daarvan zijn ook beschikbaar onder windows en daarom wellicht al bekend. Wanneer een programma wordt gekozen, dan wordt dat van Internet gehaald, geïnstalleerd en in het menu gezet.

Interessante programma’s die niet standaard zijn geïnstalleerd zijn:

  • Skype: het bekende video-telefoonprogramma
  • Picasa: de plaatjesorganiser van Google
  • Calibre: hét programma voor het organiseren van je eBooks
  • Filezilla: een gebruiksvriendelijke FTP client
  • Cheese: een handig programma om filmpjes of foto’s met je webcam te maken of deze te testen
  • GParted: Handig programma om harde schijven mee in te delen
  • Wine: Programma dat een groot aantal Windows programma’s rechtstreeks onder Linux kan draaien
  • Virtual box: installeer een versie van Windows in een box om die programma’s  te kunnen draaien die je echt niet kunt missen

Naast het installeren van nieuwe programma’s kan Softwarebeheer ook geïnstalleerde programma’s verwijderen. Deze functie lijkt wel wat op die van zijn tegenhanger in Windows, maar als geheel is Softwarebeheer veel krachtiger.

Conclusie

Linux Mint 16 Petra Cinnamon is een heel compleet, zeer gebruiksvriendelijk systeem, dat veel Windows XP gebruikers zal kunnen bekoren. Veel functionaliteit is out-of-the-box beschikbaar of in een handomdraai te installeren. Daarnaast zijn er mogelijkheden om dat ene onmisbare Windowsprogramma toch nog te kunnen draaien. En dat allemaal voor niets…. Geen last meer van virussen of scanners, een snel en modern systeem, kortom: gewoon doen!

Van Windows XP naar Linux: het installeren van Linux Mint

Dit is het derde artikel over mijn ervaringen als Windows-gebruiker met Linux.

In een eerder artikel heb ik uit de doeken gedaan dat een Windowsgebruiker die besluit over te stappen op Linux een overweldigende keus heeft aan Linux distributies om uit te kiezen. Ik heb toen gekozen voor Linux Mint 16 Petra Cinnamon en beschrijf hieronder mijn ervaringen met de installatie.

Degenen die mijn eerdere artikel hebben gelezen weten inmiddels dat ik Linux Mint wil gaan installeren op een enigszins gare laptop die van mijn zoon geweest is. Deze laptop bevat Windows XP, maar is in de loop der jaren langzaam geworden en is – voor Windows begrippen – behoorlijk uit de tijd. Tijd om hem tot leven te wekken met Linux!

Voorbereidingen

Allereerst: zorg voor een backup van alle belangrijke bestanden! Zet correspondentie, foto’s, documenten en wat al niet meer op bijvoorbeeld een USB-stick of een portable harde schijf!

Vervolgens ga ik de ISO van Linux Mint 16 Cinnamon (vanaf hier ‘Mint’ geheten) downloaden. Gezien de leeftijd van de hardware moet ik gebruik maken van de 32 bits versie van Mint. (Eventueel is er ook een 64 bits versie beschikbaar, maar dat valt buiten het bestek van dit artikel). Kies voor een downloadlink, bijvoorbeeld die van de NLUUG en haal de ISO binnen. Deze ISO wordt vervolgens gebrand op DVD of kan worden gestart vanaf USB stick of een ander medium (valt buiten het bestek van dit artikel, maar een suggestie is om bijvoorbeeld gebruik te maken van de programma’s UNetbootin of Rufus). Uw pc moet dan wel kunnen opstarten vanaf zo’n USB stick.

Voordat we Linux naast Windows XP kunnen installeren dient er wel voldoende ruimte te zijn op de harde schijf. Ideaal is het als er een flink stuk van de schijf ongebruikt is (niet door Windows in gebruik), zodat daar Mint kan worden geplaatst.

Installeren maar!

Scherm nadat Mint is gestart
Scherm nadat Mint is gestart

Wanneer de ISO is gestart, dan wordt al heel snel een volledig functionele testversie van Mint getoond. Dit is een duidelijk verschil met de installatie van Windows, waarbij de installatie direct van start gaat. Op dit moment is nog helemaal niets geïnstalleerd en kan er voor worden gekozen eerst een tijdje te ‘spelen’ met Mint. Loopt het een beetje goed op de machine? Werkt alle hardware? Wanneer de machine niet via een kabel verbonden is en een Wifi netwerk beschikbaar is, dan moet dat nu worden ingesteld. We bereiken hiermee dat veel updates al tijdens de installatie kunnen worden binnen gehaald.

Wifi instellen
Wifi instellen

Rechts onder op het scherm staan een aantal pictogrammen. Druk op degene met het ‘losse stekkertje’. Er verschijnt een scherm met de beschikbare Wifi netwerken. Kies uw netwerk, voer uw wachtwoord in en druk op ‘Connect’. Het Wifi netwerk is nu verbonden en als we nog zouden willen testen, dan is internet nu ook beschikbaar. Ik ga echter de installatie nu echt starten!

Installatie
Installatie

Hiervoor is een pictogrammetje op het beeldscherm geplaatst met het onderschrift ‘Install Linux Mint’. Druk hierop en de installatie gaat van start vanuit de ‘Live’ sessie.
Tot nu toe waren alle dialogen en schermen van Mint in het Engels, maar nu kunnen we dan toch voor Nederlands (of een groot aantal andere talen) kiezen. De vervolgdialogen zijn dan in het Nederlands.

Installatie-eisen
Installatie-eisen

Mint geeft eerst aan wat de (bescheiden) eisen zijn om te kunnen installeren: 7,4 GB vrije ruimte, een stroomvoorziening zodat de laptop niet plotseling uit gaat en een internetverbinding. Die laatste hebben we net ingesteld, dus we gaan door.

Nu wordt het echt interessant. Mint toont een scherm waarop je kunt kiezen voor het installeren van Mint naast Windows XP of in plaats er van. Ik ga Mint ernaast zetten. Ik kies daarom de eerste optie en druk op ‘Verder’. In het volgende scherm moet ik kunnen aangeven hoeveel ruimte ik voor Mint wil gaan gebruiken ten opzichte van de bestaande Windows-installatie.

Problemen?

Helaas kom ik er in dit stadium achter dat er iets mis is met mijn harde schijf. Er is niet genoeg ruimte vrij, ondanks dat ik daar wel voor gezorgd heb. Ik onderbreek de sessie en keer terug naar de Live versie van Mint. Controle en een poging tot reparatie van de schijf brengt aan het licht dat ik niet verder kan met de installatie naast Windows XP…. Mint kan daar niets aan doen, de harde schijf is corrupt geraakt na jaren trouwe dienst en er zit niets anders op dan met een schone lei te beginnen. Daar gaat mijn artikel over het installeren van Mint naast Windows XP!

Installatie in plaats van XP
Installatie in plaats van XP

Door de reparatiepogingen is het nu zelfs onmogelijk geworden Mint naast XP te zetten en Mint geeft me alleen nog de mogelijkheid XP te vervangen. Er staat duidelijk bij dat alle bestanden zullen worden verwijderd, dus blijkt duidelijk het belang van een goede backup! Gelukkig staat er niets van belang op deze oude machine, dus ik kan gewoon verder gaan. Even lijkt het goed te gaan, maar dan volgt een knoepert van een foutmelding, waarschijnlijk het gevolg van de corrupte schijf. Mij wordt aangeraden opnieuw te starten. Nou dat doen we dan maar… Op hoop van zegen.

Regio instelling
Regio instelling

Wat te verwachten was gebeurt ook: de schijf is leeg en Mint biedt aan de schijf te formatteren en te gaan gebruiken. En vanaf nu gaat het van een leien dakje. Regio instelling, toetsenbord indeling (Geen Nederlands kiezen, maar Engels US international!) en dan komen we bij de persoonlijke gegevens. De computer vraagt me netjes: ‘Wie bent u?’ Ik geef mijn naam op en een naam voor mijn computer.

Wie bent u?
Wie bent u?

Vervolgens moet een gebruikersnaam worden opgegeven en een wachtwoord. Ik gebruik het liefst een naam met alleen kleine letters, zoals ‘ronald’ en vervolgens een lang wachtwoord, dat wel makkelijk te onhouden is en samengesteld is uit verschillende woorden en eventueel speciale tekens, bijvoorbeeld “JaapEetSchaap!MaarWelZonderBoter” of “WaaromZijnDeKersenNietKrom?”. Ik kies vervolgens voor de optie “Mijn wachtwoord vragen om aan te melden”. Nooit kiezen om automatisch aan te melden, dat gooit uw laptop (of in elk geval uw persoonlijke map) helemaal open! Linux heeft overigens altijd een wachtwoord nodig, ook als u het niet gebruikt om in te loggen, maar daarover later.

Aanmelden
Aanmelden

Mint gaat nu installeren. Bij mij duurde dat zo’n 1o minuten. In de tussentijd kan je een slideshow bekijken van de mogelijkheden van Mint en ik moet zeggen, dat ziet er erg aantrekkelijk uit! Plots verschijnt het startscherm met mijn naam. Klik op die naam, vul je wachtwoord in en daar is Mint!

Welkomstscherm
Welkomstscherm

Mint staat bekend als zeer gebruiksvriendelijk en dat blijkt al gelijk. Het welkomstscherm geeft snelkoppelingen naar allerlei interessante opties voor nieuwe gebruikers.
Rechtsonder op het scherm staan pictogrammen en meldingen en hier staat dat er een nieuwe versie van het updatebeheer beschikbaar is. Met updatebeheer wordt de Mint machine helemaal up-to-date gehouden, dus lijkt het me raadzaam dat te vernieuwen. Eén klik op de melding en het updatebeheer wordt zelf vernieuwd.

Toestemming geven
Toestemming geven

Op dit moment wordt ik voor het eerst geconfronteerd met één van de grootste verschillen tussen Windows XP en Linux: wanneer er een actie moet worden uitgevoerd die ingrijpend kan zijn voor je pc wordt altijd om het wachtwoord gevraagd dat eerder is opgegeven. Dit lijkt irritant voor een argeloze Windowsgebruiker, maar het is één van de veilige fundamenten waarop Linux is gebouwd. En het wordt alléén gevraagd als het nodig is!

Nadat het updatebeheer zelf is geüpdatet wordt automatisch een vracht updates voor Mint binnengehaald. Nog 10 minuten later zijn al die update aangebracht en is het systeem gereed voor gebruik!

Conclusie voor wat betreft de installatie

Ondanks dat de laptop en de daarop aanwezige versie van Windows in slechte conditie waren, en de installatie daarom anders liep dan ik had verwacht, is het eigenlijk toch heel goed verlopen. Het hele proces heeft een half uur geduurd en ik heb nu een fraai ogend, netjes werkend Linux-systeem. De hardware werkt goed en de koppeling met internet was een fluitje van een cent. Jammer dat ik Mint niet naast XP kon zetten, maar al met al ben ik best tevreden over de installatie.
Nu nog kijken wat de overeenkomsten en vooral de verschillen zijn tussen XP en Linux Mint 16 Petra Cinnamon. Maar dat doe ik in een volgend verhaal.

Van Windows XP naar Linux: welke distro?

Dit is het tweede artikel over mijn ervaringen als Windows-gebruiker met Linux.

Kort nadat ik begonnen was met het verkennen van Linux, kwam in het nieuws dat mensen met oudere hardware, die veelal onder Windows XP draaien, problemen verwachtten omdat hun computer straks niet meer door Microsoft wordt voorzien van updates. Veel van die mensen doen met hun PC echter niet veel meer dan wat internetten, mailen en brieven schrijven. En dat kan natuurlijk ook heel goed (en wellicht zelfs beter) met Linux! hoog tijd om dat eens te onderzoeken.

Laptop
De laptop met Windows XP

Eerst de juiste hardeware mét Windows XP vinden. Zelf heb ik dat besturingssysteem al lang nergens meer op staan, maar gelukkig was mijn zoon Jeroen net overgestapt op een nieuwe laptop en was zijn oude, nogal afgeleefde, laptop beschikbaar. Dit oude beestje heeft Windows XP aan boord, is lekker traag en vereist wifi en ondersteuning van zijn trackpad. Kortom, een gewillig slachtoffer.

De volgende vraag is dan gelijk: welke versie van Linux ga je dan nemen? Als je Windows wilt gaan installeren is de keus meestal snel gemaakt, er is niet veel keus, maar zoals ik eerder aangaf is er erg veel keus op Linuxgebied. De distros (Linux distributie), versies en desktops vliegen je om de oren.

Om me te oriënteren ben ik begonnen bij de Engelstalige website distrowatch. Deze website geeft een (nogal druk en chaotisch) overzicht van de vele Linux distros die er bestaan. Op basis van diverse zoekcriteria heb ik een viertal distros geselecteerd die me geschikt leken voor beginners met Linux, die overstappen van Windows XP. Ik heb vervolgens van deze distros een ISO (CD image) gedownload. Deze ISO’s zijn veelal ook als live cd te draaien en dus zeer geschikt om de betreffende distro eerst goed te bekijken en uit te proberen om hem later pas eventueel echt te gaan installeren. De distros die ik heb uitgekozen zijn allemaal gebaseerd op de populaire Linux distro Ubuntu, maar voegen daar een gebruiksvriendelijk sausje aan toe, wat ze nog geschikter maakt voor overstappende Windows-gebruikers.

Vooraf kan ik alvast zeggen dat alle distros die ik heb geprobeerd zonder enig probleem Wifi, videokaart en trackpad ondersteunen. Het gaat hier om oudere, bestaande hardware, dus dat vormde geen enkel probleem. Ik heb me dus vooral geconcentreerd op de vormgeving, het gemak van werken en de bij de distros meegeleverde applicaties. Wat dat laatste betreft heb ik er op gelet of er applicaties worden meegeleverd die bekend (kunnen) zijn uit Windows, wat de overgang vergemakkelijkt. Ik denk dan aan de webbrowser Firefox, de mailclient Thunderbird, Video- en audioprogramma VLC en het officepakket Libre Office. Ook het wat minder bekende grafische programma GIMP is interessant.

Kubuntu

Kubuntu 13.10
Kubuntu 13.10

Deze distro pretendeert een alternatief te bieden voor beginners én gevorderden, compleet met alle pakketten die je in eerste instantie nodig zou hebben.
Wanneer de installatie start kan je een keuze maken voor de door jou gewenste taal. Kubuntu biedt dan de mogelijkheid gelijk te installeren, óf om hem uit te proberen. Dat laatste gaan we dus doen. Ondanks dat ik voor Nederlands heb gekozen is een groot deel van de teksten in het Engels. Onduidelijk is of dat alleen voor de live-cd geldt, of ook voor de ‘echte’ distributie, maar ik vermoed het laatste.

Werkbalk
Werkbalk

Nadat de distro is gestart verschijnt een scherm dat aardig doet denken aan het scherm van Windows XP. Kubuntu gebruikt daar de desktop KDE voor (vandaar de K in de naam). Eerst wordt verbonden met de Wifi, wat een fluitje van een cent is. Scherm, trackpad, geluid, alles werkt. De werkbalk doet sterk denken aan die van XP, inclusief werkbalk, icons rechtsonder en startknop links. Het scherm met applicaties klapt open met de knop linksonder, het vervolgscherm doet sterk aan dat van Windows denken, dus daar zullen geen grote problemen mee ontstaan. Alles werkt voor een Windowsgebruiker lekker intuïtief.

Applicaties en gebruikservaring

Van de boven genoemde applicaties wordt alleen Libre Office meegeleverd. Van Firefox is een installer aanwezig, die desgewenst deze browser installeert. De overige pakketten ontbreken, maar kunnen, zoals in elke Linux distro, natuurlijk wel achteraf worden geïnstalleerd.
Kubuntu is een fraaie, goed ogende en mooi opgezette distro, die prima loopt op de oude laptop.

Lubuntu

Lubuntu 13.10
Lubuntu 13.10

Deze distro pretendeert een snel en ‘licht’ besturingssysteem te zijn. Ze focussen daarbij op snelheid, energie-efficiency en lage hardware eisen.
Ook nu kan weer vooraf voor een taal worden gekozen en wordt daarna Nederlands en Engels door elkaar gebruikt. De desktop van Lubuntu, het minimalistische  LXDE, oogt rustig en lijkt nog meer op het bureaublad van Windows XP dan die van Kubuntu. Het menu ziet er meer uit als het menu van Windows 2000, de voorganger van Windows XP.

Applicaties en gebruikservaring

Bij Lubuntu is van de gezochte applicaties alleen Firefox standaard aanwezig. Er is sowieso geen officepakket aanwezig, alleen een tekstverwerker. Wat voor Kubuntu geldt, geldt natuurlijk ook voor Lubuntu: alles is achteraf te installeren. Lubuntu werkt erg goed en snel. Zeker een aanrader voor zeer lichte hardware!

Xubuntu

Xubuntu startscherm
Xubuntu startscherm

Dit is de laatste distro die ik bekijk met een naam die is gebaseerd op het onderliggende Ubuntu. Ook deze distro heeft weer zijn eigen wervende slagzin: “wij combineren elegantie met gebruiksgemak”. Xubuntu gebruikt een stabiele, lichte en configureerbare desktop met de naam XFCE. Zoals de andere twee geeft ook Xubuntu al bij het starten de mogelijkheid om de Nederlandse taal in te stellen en vervolgens een uitprobeersessie te starten.

Xubuntu 13.10
Xubuntu 13.10

Na installatie staat de balk aan de bovenzijde van het scherm. Zelf vind ik het erg elegant en het is gemakkelijk te wijzigen naar de onderzijde van het scherm. Voor beginners zou dat echter een (klein) struikelblok kunnen vormen. De schermen ‘zakken’ als het ware naar beneden en geven, ondanks dat de balk dus boven zit, een vertrouwd gevoel. Ook Xubuntu is niet helemaal in het Nederlands helaas.

Applicaties en gebruikservaring

Bij Xubuntu worden standaard Firefox, Thunderbird en GIMP meegeleverd. Geen Officepakket. Ondanks het feit dat de balk bovenaan het scherm verschijnt denk ik dat XP gebruikers ook met deze distro uit de voeten moeten kunnen.

Linux Mint 16 Petra Cinnamon edition

Mint 16 Petra Cinnamon
Mint 16 Petra Cinnamon

Als laatste heb ik de momenteel zeer populaire Mint distro (bron: Distrowatch) bekeken. Deze distro is met maar liefst vier verschillende desktops leverbaar. Voor de allerlaagste eisen kan het beste gekozen worden voor de Xfce desktop (zie hierboven bij Xubuntu), maar ik heb de Cinnamon editie bekeken. Er zijn ook nog versies met een KDE of een MATE desktop leverbaar.

De live-cd van deze Linux distro biedt geen taalkeuze tijdens de installatie. Derhalve wordt de Engelse versie bekeken.
Ook Mint Cinnamon start vlot, hangt snel aan de Wifi en ondersteunt onze testcomputer prima. De desktop is ook nu weer Windows-achtig, met een startknop en een uitklapscherm. De vormgeving van Cinnamon is weliswaar iets anders dan die in XP (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Xfce desktop), maar heel fraai en kleurrijk vomgegeven. Op de testcomputer loopt hij als een zonnetje.

Applicaties en gebruikservaring

Mint 16 is de enige distro die ik heb bekeken die alle gezochte applicaties standaard aan boord heeft. Zowel Firefox als Thunderbird, VLC, GIMP en LibreOffice zijn al geïnstalleerd. Ideaal om een snelle start te maken. De distro werkt heel gemakkelijk, snel en is ovezichtelijk vormgegeven.

Conclusie

Alle bekeken distros zijn goed bruikbaar en aangezien ze allemaal gebaseerd zijn op Ubuntu zijn de verschillen in het gebruik niet dramatisch. De manier waarop Linux Mint werkt spreekt mij het meest aan. Behoorlijk compleet, fraai vormgegeven en hij sluit goed aan bij de belevingswereld van een Windows XP gebruiker en de beschikbare hardware.
Wanneer ik een distro had moeten kiezen voor een hele lichte computer was het waarschijnlijk Lubuntu geworden, of misschien de Xfce versie van Mint, maar die heb ik hier niet bekeken.

In een volgende blog ga ik Mint 16 Petra Cinnamon installeren en echt gebruiken op de laptop, waarbij ik laat zien dat het – zeker wanneer het de eerste keer is – verstandig is om Linux náást Windows XP te installeren en dat je data gewoon beschikbaar blijft!